658
twist, noch tweedracht; wij waarschuwen slechts voor bederf en trach
ten weder te vereenigen, wat door wantrouwen en verbittering' ge
scheiden werd. Er mag geene scheiding komen, die tot ondergang
leidt. De elementen van het Indisch officierscorps moeten aaneenge
sloten blijven, omdat zij elkander noodig hebben en moeten steunen
en die steun alleen kan leiden tot ontwikkeling van kracht, tot ver
betering van den tegenwoordigen toestand.
ij zullen ons in dit opstel slechts bepalen tot de hierboven ad
3 bedoelde afwijking van de bij koninklijk besluit van 24 November
1859, No. 69 gearresteerde regeling op de bevordering. Wat tot
haar ontstaan aanleiding heeft gegeven, is ons onbekend. Het denk
beeld, dat daartoe minder edele bedoelingen van ondergeschikten
hebben bijgedragen, als promotiejacht een zeer gevaarlijk kwaad,
wanneer dat in het leger woekert is verre van ons en zou trou
wens eene beschuldiging inhouden omtrent de goede trouw en de
toewijding van officieren, die den Legercommandant in zijne moeilijke
taak moeten steunen, welke ons tegen de borst stuit. Wij willen
en moeten alleen veronderstellen, dat de beste bedoeling voorgeheerscht
heeft bij het provoceeren van die afwijking, d. i. geene andere dan
verhooging van het intellectueel peil der officieren van de Infanterie.
Is de opleiding van het gros der officieren van de Infanterie vol
doende gebleken voor de behoeften van Indische toestanden? Aan
de vruchten kent men den boom. Welnu, wat heeft de ervaring;
in dit opzicht bewezen? Wij weten het. Welke is de uitslag
van het moeilijke examen van 1873 1881 Zijn er vorderingen
gemaakt? Ja; maar waren zij voldoende? Het is verre van ons
om hierbij aan enkele personen te denken. Laat de critiek over het
Atjeh-drama althans het jonge leger tot edelmoedigheid stemmen,
toestanden in stede van personen beoordeelen en oorzaken opsporen
van verschijnselen, die niet aan enkelen, maar aan velen, bijkans aan
allen te wijten zijn. Maar al kan men niemand persoonlijk verant
woordelijk stellen voor de harmonische ontwikkeling der vele fouten
van het leger, te ontkennen is het niet, dat men in gebreke is
gebleven, onze militaire instellingen en onze krijgsmacht in haren
vollen omvang tot die volkomenheid te brengen, welke de weerbaar
heid van Indië en de slagvaardigheid van het leger tot een bereikbaar