660 daarin staat, moet kunnen worden verantwoord. De lezer verneemt thans, wat wij weten en wat we niet weten. Over de wenschelijkheid om eindelijk hoogere eiselien voor den hoofdofficiersrang bij het wapen der Infanterie te stellen, kan geen verschil van opinie bestaan. Wie echter daaruit afleidt, dat de opportuniteit van den hier be sproken maatregel boven twijfel is, vergist zich. Ons is het voorge komen, dat het oogenblik voor de invoering van dien maatregel niet gelukkig gekozen is. Elk leger beleeft tijden van zorgen, beslom meringen, emotie. In die tijden moet men niet met ingrijpende ver anderingen te voorschijn komen als de hier bedoelde. De toestand, waarin het Indische leger thans verkeert, is, evenmin als voor drie jaren geleden, een normale. In zoodanigen toestand verkeerende, moet de wetgever en organisateur zich vaak in het onvermijdelijke schikken, zich zoo goed mogelijk trachten te behelpen, roeien met de riemen, die hij heeft. In dien toestand moet men met kracht en een vasten wil de verbeteringen, die men wenscht ingevoerd te zien, voorbereiden. Is in dit geval van zoodanige voorbereiding sprake geweest? De quaestie is verbetering van het gehalte der hoofdofficieren van de Infanterie. Zij is nog al omvangrijk en grijpt in méér dan eene ande re quaestie, b. v. de opleiding van den Indischen infanterieofficier en het dienst- en oefeningstelsel der Infanterie, om ons slechts hierbij te bepalen. Het groote verband tusschen deze quaestiën en de be handelde is niet te loochenen. Is men begonnen bij het begin der quaestie, heeft men haar in factoren ontbonden? Heeft men eerst eiken factor aan eene nauwkeurige beschouwing onderworpen Heeft men de oorzaken opgespoord, waaraan het te wijten is, dat het ge halte der hoofdofficieren van de Infanterie niet bevredigend was en overeenkomstig de eischen des tijds moest worden gesteld? Een boom, dien men veredelen wil, begint men te enten, wanneer hij nog jong is: anders helpt het enten niets. Wanneer men van de hoofdofficieren der .Infanterie meer dan voorheen wil eischen,- moet men beginnen met van het gros der infanterieofficieren meer te eischen. Om dat te doen moet men eerst de opleiding tot officier bij dit wapen herzien. De tegenwoordige opleiding bij de corpsen in Nederland

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 667