- 60 aangemaakt en in Februari 1879 voorloopig te Soerabaja beproefd op muildieren. Yijf proefrnarschen, eerst van 3, later van 6 uren, werden over allerlei soorten van terreinen gemaakt, waarbij de tui gen goed voldeden en niet één muildier, hoewel allen zwaar vermoeid waren, gedrukt werd. Een en ander gaf aanleiding tot zulke gun stige rapporten omtrent de tuigen (vier dier rapporten werden inge diend door den schrijver van het in hoofde dezes genoemd stuk, die thans kennelijke gebreken aan die tuigen toeschrijft) dat daarna kon worden overgegaan tot eene proef op grooter schaal. Deze vond plaats te Banjoe-Biroe. De Commandant der veld- en bergbatterijen op Javaonder wiens onmiddelijke leiding deze proe ven werden genomen, deelde in Augustus 1879 mede, dat bij 10 proefrnarschen op effen terrein en in het gebergte en 4 proefrnarschen over natte sawahs, van April tot Juni 1879 gedaan, was gebleken, dat, na het aanbrengen van enkele wijzigingen in de tuigen, waartoe de bij de marschen opgedane ondervinding aanleiding had gegeven, eene goede oplossing was gevonden van de twee quaestiën 1. het verkrijgen van één zelfden draagbok voor de oplading van hetzij den vuurmond, hetzij de affuit met raden, dan wel de munitie- kisten 2. het medevoeren van het lamoen op den opgeladen vuurmond; En voorts, dat de beproeving der draag- en trektuigen in het gebergte buiten verwachting goed was geslaagddat de verschillende marschen, in het gebergte gedaan, volkomen bewezen, dat de berg- batterij, beurtelings gedragen en getrokken, de Infanterie overal kan volgen en berekend is voor dagmarschen, zooals die in het gebergte worden gemaakt, zijnde de grootste proefinarsch van 6 tot 12 uren geweest, dus zeer voldoende in oorlogstijdten slotte, dat bij een gecombineerden marsch, in de omstreken van Banjoe-Biroe gemaakt op 22 Augustus 1879, waaraan troepen der drie wapens deelnamen, gebleken was, dat de van draag- en trektuigen P. M. voorziene sectie bergarfillerie, wat beweegbaarheid betreft, niet voor de Infanterie behoefde onder te doen en bij dien marsch geene enkele maal strem ming in den geregelden voortgang van het geheel heeft gegeven. In October 1879 werd dan ook dit draag- en trektuig, gewijzigd volgens de opgaven van den Commandant der veld- en bergbatterijen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 67