682 struction est toujours a rechercher, dans un officier, mais on ne peut pas l'exiger pour tous", wist menmaar men begreep niet, waarom andereevenmin „wetenschappelijk" opgeleide kapiteinszonder nadere beproeving, wel den majoorsrang konden behalen. Zij waren toch evenmin als de beproefde ranggenooten gelijk sommige „officiers de la première classe qui 11e regardent les grades d'un corps que comme les degrés qu'il faut franchir pour aller plus haut, et, semblables au passager, s'ennuient sur le vaisseau qui les transporie, tandis que le matelot, qui le considère comme sa rnaison et son domicile, s'y plait et en fait l'objet de ses soins"; of waren zij hooger dan de per sonen, „considérant le corps ou ils servent comme une familie qui les a adoptés, en sont comme les enfants, et portent a son honneur, a sa, conduite, a son amelioration, un intérêt personnel"? Goede hoofdofficieren worden immers zoo als trouwens genoeg be kend is uit alle elementen geput, die het officierscorps der Infanterie samenstellen, Men behoeft daarvoor niet alleen te kiezen mannen, die eene „wetenschappelijke" opleiding gehad hebben, zonder meer. Zeker zoude het voor het wapen wenschelijker zijn, indien zijne of ficieren allen van de zelfde inrichting van opleiding afkomstig waren. Men kan die opleiding zoo „wetenschappelijk" mogelijk maken, zonder de militaire vorming, de wijding voor den priester van het zwaard, zoo als Duhesme die zoo schoon opvatte, uit het oog te verliezen. Die uniformiteit van opleiding verhoogt o. m. het gevoel van broe derschap, dat in een officierscorps ten allen tijde zich uiten moetzij versterkt ook den band tusschen leden van de zelfde familie, waarin steeds zoo veel mogelijk eendracht en eensgezindheid moeten heer- schen; zij maakt ook het verband in het wapen gemakkelijker, zonder hetwelk een wapen eene bende wordt. Wij zullen niet beweren, dat cle Infanterie van het Indische leger reeds eene bende geworden is; maar wanneer we o. a. letten op den corpsgeest, die er ontegen zeggelijk bij het wapen der Genie niet alleen, maar ook bij de Artil lerie heerscht, een wapen, dat zijne officieren van vier verschillende inrichtingen van opleiding heeft gerecruteerd en waarbij dus schakeering genoeg heerschtwanneer men nagaat, hoe de officieren van die wapens hunne grieven en ontboezemingen over „nare chefs" en „akelige kameraden" zelden of nimmer buiten hun wapen of in tegenwoordigheid

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 689