683 van officieren van andere wapens of diensten aan de markt brengen en elkander althans slechts in familiekringen „afmaken"; wanneer we daarentegen zien, hoe in navolging van het wapen der Cavalerie de officieren der Infanterie elkander, in tegenwoordigheid van onnoo- dige derden, beoordeelen en veroordeelen en vaak handelen, alsof 3 der Inleiding van het Reglement van krijgstucht voor hen niet geschreven is, dan kunnen we niet alleen van den band, maar ook van het verband in dit wapen geen hoog denkbeeld vormen. Wij overdrijven niet, want we baseeren onze bewering op eene onder vinding van vele jaren. Het verband ontstaat echter niet door eene eenvormige opleiding der officierendie opleiding maakt het verband slechts gemakke lijker. Verband, en een goed verband zelfs, kan bestaan bij de aan wezigheid der tegenwoordige elementen, die het officierscorps der Infanterie samenstellen. Het wapen der Artillerie bewijst het! Er heerscht echter geen verband in het wapen der Infanterie, omdat dit wapen geen chef heeft! Ziedaar de hierboven door ons bedoelde groote leemte in de Indische legerorganisatie. Hoe kan er van verband sprake zijn, indien een wapen door verschillende chefs de afdeelings- en gewestelijk militaire commandanten gecommandeerd wordt? Niets belet der Regeering om vroeg of laat, wanneer de officieren der Infanterie voortgaan met elkander afbrekende en de rol van asschepoetster verkiezende, te toonen, dat er nog officieren van andere wapens kunnen gevonden worden 0111 hunne commando's te voeren, dat die afdeelings- en gewestelijk militaire commandanten niet onvoorwaardelijk meer officieren der Infanterie behoeven te zijn. En wat dan? Dan zal de Infanterie eindelijk eene bende, schutterij, worden. Want nu reeds hebben die verschillende chefs der Infanterie omtrent de oefeningen van het wapen, de uitvoering der verschillende reglementen, de interpretatie van verschillende bepalingen, enz., enz., ieder hunne verschillende inzichten. Vraag dat aan den aan talrijke overplaatsingen onderhevigen infanterieofficier. Overdrijven wij Hoe zal het gaan, wanneer sommige dier chefs hoofdofficieren der Artillerie of Genie zijn? Zij kunnen toch niet op hun bureau blijven zitten; ze moeten nu en dan toch ook eens met de Infanterie exèrceeren waarvan zij in hunne afdeeling of het commandement de feitelijke

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 690