087
mentscommandant, onder den titel van clief van het wapen der Ca
valerie, met zijn luitenant-adjudant, 1 ritmeester, 1 militair ambte
naar (den adjunct-archivaris der 11° afdeelingj en de noodige schrij
vers aan het Departement van Oorlog te worden geplaatst en daar
van eene IIIe of VIII6 afdeeling uit te maken. Bij het secretariaat,
waarbij behalve den secretaris en het personeel van het stamboekbe-
heer, nog "1 kapitein en 1 militair ambtenaar (de expediteur der 11° af
deeling, die dan door een adj. ond. off. wordt vervangen) geplaatst
moeten worden, beliooren o. a. zoodanige quaestiën te worden behandeld,
die niet geacht kunnen worden tot den werkkring van eene der andere
afdeelingen van het departement te belmoren, zoo als militair recht
militair ondierwijsmilitaire cantinesboedelverantwoordingen, garni
zoensbibliotheken, militair weduwen- en weezenfondsmilitaire beloo
ningen, enz. Men onderzoeke verder of ook bij de andere afdeelingen
van het Departement van Oorlog luitenants door militaire ambtena
ren te vervangen zijn, zooals bij de Ve, IVe en IIIe; de luitenant
bij het kabinet kan dan ook vervallen. De positie van de chefs der
verschillende wapens en diensten (chefs van de afdeelingen) wordt
zoodoende aangenamer, omdat zij zich daardoor meer rechtstreeks tot
den Legercommandant verhouden; er zal ook vlugger en beter ge
werkt kunnen worden. De Infanterie, ten slotte, zal bij deze orga
nisatie wel varenwant ze zal een eigen chef, inspecteur, krijgen, die
voor den toestand van het wapen verantwoordelijk gesteld kan worden.
Ware het wapen in het bezit van dien chef, hoogstwaarschijnlijk
zoude nooit zijn overgegaan tot den maatregel, dien wij in dit opstel
tot de kern onzer beschouwingen hebben gemaakt. Want het is
zéér waarschijnlijk, wat de schrijver van het reeds genoemde opstel:
„De eischen voor den majoorsrang bij het wapen der Infanterie"
heeft gezegd, dat kapiteins van andere wapens of diensten niet aan
het gewraakte beproevingstelsel zijn onderworpen, omdat die wapens
en diensten niet alleen zoo veel minder officieren tellen dan de Infan
terie, en deze dus over hun geheelen diensttijd beter te controleeren
zijn, maar ook omdat die wapens en diensten hun eigen chef hebben.
Toch zijn die kapiteins ook tegenover sommige hunner collega's bij
andere wapens en diensten, b. v. bij de Artillerie en Genie, in het nadeel,
(Slot volgt)