705
te kunnen betrekken. De tenten, die in Britsch-Indié gebruikt worden,
voldoen in bet beete klimaat aldaar zeer goed. Elke tent bestaat, zoo
als de Hollandsche generaalstenten, uit twee tenten, waarvan de eene on
der de andere of grootere gesteld wordt. De ruimte tusschen deze beide
tenten bedraagt 2 tot 4 voet breedte, waardoor de vrije toetreding van
lucbt bevorderd wordt. Ten einde de koelte binnen de tent te bevorderen
en het helle licht te temperen, is de buiten-, zoowel als de binnentent
met geel katoen gevoerd. Bij warm weder hangt men matten voor den
ingang der tent, die vochtig worden gehouden door waterdragers [bhees-
ties]. De toetreding van lucht door de tusschenruimten van het mat
werk veroorzaakt zulk eene snelle verdamping, dat de temperatuur in de
tent tusschen 80 en 90° F. gehouden kan worden.
Ten slotte achten wij het, tot beter begrip van het voorgaande, niet
overbodig, hier mede te deelen, hoe de formatie der Infanterie, Cavalerie
en Artillerie van het Europeesche gedeelte in het Britsch-Indische leger is.
Voor de formatie van het Inlandsch gedeelte konden wij geene volledige
gegevens bijeenzamelen en moeten wij overigens verwijzen naar de in
aflevering 10 van dezen jaargang van dit tijdschrift gerecenseerde werk
van Temple, het boven aangehaalde boek van Upton en de „Bengal Army
Regulations." Met het oog op de in dit opstel behandelde logiesquaestie
der Europeesche militairen in Britsch-Indié, schaadt die onvolledigheid
in zóó verre niet.
Sommige regimenten Infanterie tellen 2, een enkel 3, doch het gros
slechts 1 bataljon [Zie Rooseboom, „Het hedendaagseh gevecht, enz.," I]
Naar Upton te oordeelen, schijnen de regimenten in Britsch-Indié alle slechts
1 bataljon te tellen. Een regiment Europeesche of Inlandsche Infan
terie telt 8 compagniën. De compagnie is verdeeld in twee halve com-
pagniën en vier sectiën. Eene Europeesche compagnie telt: 1 kapitein,
2 luitenants of onder-luitenants, 1 sergeant-majoor [color of first sergeant]
4 sergeanten, 2 tamboers, 5 korporaals en 97 soldaten. Volgens Rooseboom
zou de compagnie 112 soldaten tellen, maar is die sterkte binnen 's lands,
welke door den Minister van Oorlog bepaald wordt, minder. Voor de
formatie der Inlandsche regimenten en compagniën verwijzen wij speciaal
naar Upton, die haar alleen voor de Infanterie gedetailleerd opgeeft.
Een regiment Europeesche Infanterie telt in Britsch-Indié [zie de details
bij Upto?i\ 33 officieren, 50 onderofficieren, 16 tamboers, 40 korporaals
en 780 soldaten, d. z. 33 officieren en 886 minderen of totaal 919 hoofden.
Het eskadron is verdeeld in twee troopselke troop wordt gecomman
deerd door een ritmeesterde oudste ritmeester is tevens eskadronscom-