711
aanstaande novella mocht voorkomen. Deze omstandigheid doet spr. nog
eenigszins aarzelen om zich te vereenigen met het advies van Prof. Pols.
Hoe kunnen, in dien toestand, de militairen onder eene militaire codifi
catie worden gebracht
Toch zou spr. die afzonderlijke militaire codificatie verlangen, die
overal elders bestaat.
Het leger moet nu wel niet vijandig tegenover de maatschappij worden
geplaatst, maar is eene maatschappij op zich zelve. De krijgsdienst kan
niet worden uitgeoefend zonder gemis van vrijheid, en daardoor laat het
zich verklaren, dat in alle landen de militairen aan eene afzonderlijke
militaire jurisdictie zijn onderworpen. Wat den oorlogstijd betreft, bestaat
geen verschil. Allen zijn het daarover eens. Het geval van een schip
buitengaats staat hiermede gelijk. In vredestijd heeft de militaire recht
spraak het karakter eener jury, die niet onderhevig is aan de bezwaren)
welke eene burgerlijke jury aankleven. Wat maakte de jury hier impo
pulair? Voor een deel, omdat zij Frunsch was, maar voor een groot deel
omdat de Nederlandsche industrieel niet gaarne van zijne zaken wordt
afgeroepen om over een ander te oordeelen. De militaire rechtspraak is
als het ware eene rechtspraak van paus over paus. Militaire rechtspraak
is eigenlijk een deel van de militaire dienst; de rechtsgeleerde militair
wordt niet van andere zaken afgeroepen. En dan heeft het toch iets
zeer eigenaardigs, dat de krijgsman door speciale rechters wordt gevon-
nisd, die dan toch den aard van het gepleegde misdrijf beter kunnen be-
oordeelen dan de gewone strafrechter, tot wiens kring van bemoeiingen
de militaire zaken dan toch niet behooren.
Zou echter niet een groot deel van de moeilijkheden, waarover men
zich beklaagt, kunnen worden weggenomen, eensdeels door de aanneming
van het beginsel van openbaarheid van behandeling en de meerdere er
kenning van het beginsel van het recht van verdediging, anderdeels
door het toezicht over de vonnissen, door krijgsraden gewezen, op te
dragen aan den Hoogen Raad?
Spreker herinnert wat omtrent het Hoog Militair Gerechtshof bij de
herziening der Grondwet is voorgevallen. Wel heeft de Minister van Jus
titie Donker Curtius een rapport aan den Koning ingediend, om het Hoog
Militair Gerechtshof te doen vervallen, maar dit rapport is huiten gevolg
gebleven. De wetgever heeft dus volkomen vrijheid van beslissing behou
den. "V an het oogenblik af, dat het toezicht over de vonnissen, gewezen door
krijgsraden, werd opgedragen aan den Hoogen Raad, zou over het lot van
het Hoog Militair Gerechtshof, naar spr. meent, onherroepelijk zijn beslist.