716
luitenant-kolonel Van Swieten in de Militaire Willemsorde van ridder
der 4e kl. tot dien van 3° kl. werd benoemd." Hoewel het tegendeel
moeilijk valt te bewijzen, aangezien geene geheime voordrachten ter onzer
beschikking zijn, zoo vcrmeenen wij met de krijgsgeschiedenis vóór ons,
hieraan te mogen twijfelen; want moeilijker, gewichtiger en schooner
militaire handelingen zijn door Van Swieten ter westkust ven Sumatra
verricht, al moet men uit de zeer korte en weinig beduidende beschrijvin-
in het boekje van dien tocht naar Soengei Pagoe en de XII Kota's op
maken, dat dit het eenige belangrijke militaire feit is, door hem in die
dagen bedreven. Niet voor die eene handeling werd hij met de 3e kl.
van de M. W. O. begiftigd, maar voor alles, door hem in dien oorlog op
Sumatra gedaan.
Op bl. 4 wordt nog aangehaald, dat de luitenant-kolonel Van Sioieten
bij de 2e expeditie tegen Baliwelke niet slaagde, als chef van den staf
fungeerde, doch niet medegedeeld, wat hij bij dien veldtocht verrichtte.'
En toch is het boekje voor „de natie" geschreven en „opgedragen aan
het Nederlandsche volk".
Op bl. 5 leest men iets van de 3e Balische expeditie, waarbij Van
Sivieten 2e bevelhebber was en na den dood van Michiels als bevelhebber
optrad. Van zijne handelingen op militair gebied wordt niets gevonden,
doch wel, dat hem de onderscheidingen ten deel vielen eener buitengewone
bevordering tot kolonel en de benoeming tot ridder der orde van den
Neclerlandschen Leeuw.
Op bl. 6 wordt in de eerste twaalf regels opgegeven Van Swieterds be
noemingen tot civiel en militair Gouverneur van Sumatra1 s-westkust, tot
Adjudant des Konings in buitengewone dienst, tot Generaal Majoor en
tot Luitenant Generaal, commandant van het Indische leger; in de tien
volgende regels de opdracht aan den Generaal om eene krijgsmacht tegen
Boni te organiseeren, waaraan natuurlijk werd voldaan, en in de veertien
laatste regels de aanleiding tot de Bonische expedition, waarmede wordt
voortgegaan; op bl. 7 en volgende wprdt van de le expeditie gesproken,
aangevoerd door den Generaal Steinmetz, oom van den Generaal Van Stcie-
ten, waarvan de uitslag (bl. 8) „niet beantwoord heeft aan het doel, om
dat van onderwerping, zelfs van toenadering geene sprake was"
De eischen tot genoegdoening der grieven tegen Boni worden op bl. 9
opgenoemd, en van bl. 1030 wordt een zeer kort overzicht gegeven van
de militaire en politieke handelingen, door den Generaal Van Swieten bevo
len en verricht, dat getrokken schijnt uit het 2e deel van de geschiede
nis der Bonische expedition door Perelaer en waarin o. a. gezegd wordt,