717
dat de Generaal Van Swieten gelastte, „onverwijld met het homven van een
kantonnement te beginnen." Zou de schrijver wel officier zijn geweest?
"Wanneer men eerst het zoo goed uitgewerkte 2C deel der geschiedenis van
de Bonische expeditiën van Perelaer leest en daarna het hier aangekon
digde boekje, dan behoeft men niet lang te zoeken naar het bewijs, dat
de schrijver van het laatste geene goede beschrijving heeft geleverd van
de loopbaan van Generaal Van Swietenwant de gedeelten, waarbij vooral
de leiding van dezen Generaal moet en kan uitkomen, zijn onvolledig
voorgesteld of slechts ter loops aangehaald. Of zou de schrijver de
„natie" en „het Nederlanclsche volk" niet in staat hebben geacht,
zulke zaken naar behooren te begrijpen? Waarom dan niet gezwegen?
Er is voorzeker eene ongemeene wilskracht noodig om uit liefde voor
de waarheid zich al den arbeid en al de teleurstellingen te getroosten,
aan het streven van den schrijver onafscheidelijk verbonden, en waar
toe een denker, een dichter, een geestig en boeiend lofredenaar of een
bekwaam compilator noodig isdoch geen stamboekbeschrijver, die
zonder antecedenten weinig of niets kan leveren. Eene militaire loop
baan, als die van Generaal Van Swieten te beschrijven, is geen alle-
daagsch werk en behoeft niet iemand te beginnen, die naar bezigheid
zoekt, al moge hij, volgens eigener meening, talent genoeg bezitten
om de gretigheid van het publiek te bevredigen, zoo die in werkelijkheid
aanwezig is.
Op bl. 30 leest men, dat Generaal Van Swieten voor zijne bij de 2e
Bonische expeditie bewezen diensten bevorderd werd tot commandeur der
Militaire Willemsorde en verder welke maatregelen onder zijn bestuur
als Legercommandant tot stand kwamen, Deze waren volgens den schrijver:
1. De verhooging van de tractementen der actief dienende officieren.
2. De verhooging en betere regeling der verlofstractementen.
3. De pensioenen der majoors op den ouden voet hersteld.
4. Het verhoogde pensioenfonds ingetrokken en het daarvan aankomende
als landspensioen gegeven, waardoor de daarvoor vroeger verschul
digde contributie van 5 pCt. verviel en de tractementen met zóó
veel werden verhoogd.
5. Het officiersweduwen- en weezenfonds ontslagen van gedwongen
subsidiën (aan het verhoogde pensioenfonds) en de pensioenen dei-
weduwen en weezen belangrijk verhoogd.
6. De gagementen der onderofficieren en soldaten verhoogden een
Invalidenhuis voor hen opgericht.
Daargelaten, dat die opgave niet geheel juist is, zoo moet het ieder