DE COMMANDANT ArAN HET INDISCHE LEGER.
Yolgens artikel 42 van het Regeeringsreglement is de Gouverneur-
Generaal Opperbevelhebber van de Landmacht. Het is dus aan geen
twijfel onderhevig, dat de Legercommandant ook in laatstgenoemde
qualiteit aan den Opperlandvoogd ondergeschikt is. Door de Instructie
voor den Commandant van het Leger is de verhouding tusschen beide
hooge staatsdienaren in het bijzonder geregeld. Uit die instructie
zal wel blijken, dat de Legercommandant verantwoordelijk is voor
alle zaken betreffende het defensiewezen en die verantwoordelijkheid
aan den Gouverneur-Generaal verschuldigd is.
De Koning heeft klaarblijkelijk den Gouverneur-Generaal willen
ontlasten van de bemoeienis met vele détails van het Indische krijgs
wezen, zonder de supprematie van den Opperland voogd te verkorten,
en zoodoende de verantwoordelijkheid voor die détails op den Leger
commandant overgedragen.
Hieruit volgt, dat in alle militaire aangelegenheden, waarin de
Gouverneur-Generaal beslissen of handelen moetde Legercommandant
altijd zijn adviseur is, maar dit ook uitsluitend moet wezenwanneer
het betreft zakenwelke, binnen den boezem van het leger besloten
blijvende, in geene rechtstreekschc aanraking met andere, niet mili
taire landsbelangen komen.
Eene andere opvatting is niet wel mogelijk zonder te kort te doen
aan de verantwoordelijkheid, welke op don Legercommandant rust.
Immers hij is de deskundige, die den Gouverneur-Generaal ter zake
van alle militaire aangelegenheden ter zijde gesteld is?
Is die opvatting eene andere; wordt de Gouverneur-Generaal dooi
de adviezen van niet-militairen of van militairen, die geenerlei ver
antwoordelijkheid dragen zoo als zijne adjudanten op een ander
denkbeeld gebracht dan dat van den Legercommandantdan zal men