201
den vijand te bewegen, zijne stelling spoedig te verlaten dan wel
zijn terugtocht te beletten; dan strijk ik de vlag. In dat geval heeft
O. gelijk, even als hij gelijk heeft, wanneer hij beweert, dat het feit,
dat de vijand hij Moentar Alatn door de insluitingslinie heen sloeg,
bewijst, dat de insluiting onvolkomen was of het bij de insluitingslinie
aan waakzaamheid heeft ontbroken. Zeer zeker was er niemand uit
den doeson gekomen, wanneer men dezen omringd had met een hoogen
ijzeren muur, bewaakt door nimmer slapende mannen.
Wordt vervolgd.)