DE INDISCHE BERGrARTILLERIE
Daar binnen betrekkelijk korten tijd de getrokken voorlaadkanonnen
van 8cm Berg vervangen zullen worden door stalen achterlaadvuur-
monden van 7,5cm, hebben wij het wenschelijk geacht, in dit tijdschrift
eenige wijzigingen te besprekendie volgens onze meening daarmede
gepaard behooren te gaan.
In de eerste plaats wenschen wij de samenstelling der bergbatterijen,
wat betreft het aantal vuurmondenen of zij uit eene bijeenvoeging
van kanonnen en mortieren moeten bestaan, te behandelen. Wij zouden
wenschen, dat bij de bergbatterijen zoo spoedig mogelijk de mortieren
kwamen te vervallendaar zij geen nut meer hebben te velde. Door
de daarvoor bestemde draagtuigen kunnen de kanonnen op alle terreinen
gebracht worden, terwijl door de invoering van een lichtkogel bij het
kanon ook het motief is vervallenhetwelk vroeger bestonddat dit
projectiel moest worden medegevoerd en daarom de mortier bij de
bergbatterijen moest behouden blijven. Uit het „Beknopt Overzicht"
van 18761878, bladz. 1, blijkt, dat door de Indische regeering in 1877
reeds werd voorgesteld, de mortieren bij de bergbatterijen te doen
vervallen, deze in afzonderlijke mortierbatterijen, compleet uitgerust
op te leggen en in plaats daarvan eene 4C sectie kanonnen te stellen.
Wat de reden was, dat dit voorstel bij het Opperbestuur geeu
ingang mocht vindenis ons niet bekenddoch wij betreuren het
ten zeerste, dat het met geen gunstiger uitslag is bekroond geworden.
In Atjeh werd toch, wegens het verbeterde worpvuur uit het berg-
kanon van 8cm, van de Coehoorn-mortieren zeer weinig gebruik gemaakt,
waardoor zij dus den nasleep der batterijen ounoodig hebben vergroot.
Meermalen hebben wij ons de vraag gesteldhoe het mogelijk geweest
is, de kanonnen van 8™ Berg met mortieren in ééne batterij samen te
voegen. Wij schrijven het toe aan administratieve zuinigheid, daar het
uit een artilleristisch oogpunt beschouwd nimmer verdedigd kan worden.
Waarom toch niet de mortieren afgescheiden van de kanonnen, in
afzonderlijke batterijen medegevoerd
