447 - deelde ons mede, dat zijne soldaten het gezouten vleeseli „wegwierpen, omdat zij er zoo veel van moesten slikken." Ja, de verstrekking van dat geconserveerde vleesch zegt wat. Met goeden wil en kennis van zaken kan meer versch vleesch verstrekt worden; maar ook in dat opzicht zijn de Nederlandersoveral waar zij zich vestigen, achterlijk. Hoe komt het, dat men bijna op elke Engelsche vestiging goed vleesch heeft? Op Laboean kon men het heerlijkste vleesch krijgen, toen men in de Wester af deeling van Borneo nog jaren daarna met pekelvleesch sukkelde. Laat Billiton eens door eene Engelsche maatschappij geëxploiteerd worden, de kleine bezettingen van Tandjong Pandan en Mangar zouden eiken dag versch vleesch kunnen krijgen. Het pekelvleesch, dat 70°/o aan zouten en water bevat, behoort tot de oudst bekende conserven. Winckel schrijft: „Behalve dat het slechts ongeveer de helft aan voedende bestanddeelen van het versche vleesch bevat, heeft het nog de volgende nadeelenBij veelvuldig gebruik doet het scorbut ontstaanhet is minder gemakkelijk te verteeren en het vor dert een naar verhouding zeer groot aantal transportmiddelen." Men kan in nood het pekelvleesch als surrogaat van het versche vleesch verstrekken, zegt Winckel, „mits men het ration uit het dubbele van het ration versch vleesch doet bestaan." Laat Winckel eens ons tarief N° 15 lezen! Is daarin sprake van het dubbele van het ration versch vleesch 't Is treurig. „In tijd van vrede" zegt Winckel „zal men de conserven in den regel niet behoeven, aangezien het gewone voedsel meestal op gemakke lijke wijze verkregen kan wordenminder kost en ook meestal van betere hoedanigheid is." Zeker, 'tis altijd preferent, versch vleesch te verstrek ken, maar gemakkelijk nog niet, schijnt liet, voor ons leger, in tijd van vrede. X. Een nieuw paar denvoeder. Onlangs werd in den „Indischen Gidsde aandacht gevestigd op eene grassoort, Euchloena Luxuriansdie zich zeer voor paardenvoe- der zoude aanbevelen. „Ik heb daarvan zaad besteld te Bandong schreef ons een onzer kennissen; wellicht is de bestelling bij den Heer Teuscherin Indië genoeg bekend, gedaan„en daarmede eene proef genomen." Die proef gelukte uitmuntend. In den tijd van twee maan den bereikte de grassoort, in den vorm van djagongbladeren, haar Yollen wasdom, d. i. eene manshoogte. «Mijne paarden en koeien," deelt onze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 454