"V -A. IR I _A._ De verrichtingen der Engelsche Genie hij de expeditie naar Komassi in de jaren 1873 en 1874. (Met platen.) Vonden de belangrijke bijdragen van den Generaal-Majoor, Ingenieur J. P. Ermeling over de uitrusting der Genie bij de tweede expeditie tegen Atjeh en de bijzondere gebouwtijpen, aldaar voor logies toegepast, bare plaats in de voorgaande deelen van dit tijdschrift, we hebben het van niet minder belang geacht, thans een overzicht te leveren van hetgeen door de Engelsche Genie in de jaren 1873 en 1874 bij de expeditie naar Komassi, ter westkust van Afrikavoornamelijk voor het logies van troepen en ziekenden bruggenbouw en de telegraphische communicatie, is verricht. De gegevens voor dit overzicht, door de noodige platen toegelicht, hebben we ontleend aan het verdienstelijk opstel van den Kolonel-Ingenieur van het Nederlandsche leger J. II. Kromhout, voorkomende in den jaargang 1880 van den lndischen Gids en getiteld: „De Genietroepen bij de Engelsche expeditie naar Coomassie in de jaren 1873 1874." Het gold ook hier eene expeditie naar een tropisch land, met gebrek kige hulpmiddelen en voor de troepen dezelfde eigenaardige moeilijkheden op leverende als die, waarmede men steeds bij onze expeditiën te worstelen heeft. Is dus uit deze bijdrage wellicht voor het Indische leger leering te putten, ze lokt daarbij uit tot het maken van nuttige vergelijkingen. Opperbevelhebber der expeditie was de Generaal-Majoor Garnet Wolseleg. Zij werd in Mei 1873 georganiseerd en was ultimo Februari 1874 afgeloopen. Behalve de gewone aanvullingeu ter vervanging van dooden, zieken en gewonden, bestond de expeditionaire troepenmacht aanvankelijk uit: Een stafsterk ruim 40 officieren Een detachement van 100 mariniers, '*'en 150 man Inlandsche troepen (Iloussais), Een detachement van 250 man van het 2" West-Indische regiment,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 70