91
toelage, zoo als officieren van Gezondheid en een paar militaire Apothekers
genieten.
Een Paardenarts moet beginnen met zijne gewone diensten, dat zijn
paarden te behandelen van Cavalerie, Artillerie en van officieren, die er
^oe gerechtigd zijn, vrije geneeskundige behandeling te verzoeken. Boven
dien moet hij nog Apotheker zijn en is hij daarom belast met verant
woordingen, die, hoewel van weinig of geene waarde, toch heel wat
geschrijf geven. Hier moet hij vleescli keuren, daar wordt hij verzocht
olifanten te behandelen, op andere plaatsen strekt zijne dienst zich uit tot
nagenoeg 3 palen afstand van zijne woonplaats. Verder moet hij keuren en
behandelen sapi's van de Genie, theorie geven over exterieur van het paard
en hoefbeslag; in één woord, alles wat er naar lijkt, door een Paardenarts
te kunnen worden gedaan, wordt hem opgedragen. Daarbij is hij meestal
belast met de civiele dienst, die hem lang niet laat stil zitten. Dat zijn
van daag paarden, door de politie opgepakt, morgen keuren of behandelen
van postpaardenovermorgen is er waarschijnlijk veepest uitgebroken,
dan weêr miltvuur, of wordt hij op varkensziekte of hondsdolheid afge
zonden. Gezamenlijk dus wordt de dienst van een gouvernements-veearts
op de meeste plaatsen geheel en al door hem waargenomen. Of hij wordt alleen
op veepest uitgezonden, dus tijdelijk gedetacheerd bij de civiele dienst.
Wordt hij voor zijne diensten als Paardenarts beloond naar verdienste
Neen, want hij wordt niet gelijk gesteld met diegenen, met wie hij kon
en moest gelijk staan. Of heeft de Paardenarts niet het recht om te
vorderen, dat hij gelijk gesteld wordt met andere takken van de Ge
neeskundige dienst? Ik meen ja. Toch behoudt men voor hem den rang-
van 3e klasse, in welken rang jaren lang wordt gediend. Toch worden
de bepalingen op zijne bevordering, die door ieder weldenkend menscli
onbillijk worden gevonden, niet opgeheven. Toch blijft de Paardenarts
achterstaanniet alleen bij .andere officieren van de Geneeskundige dienst,
maar ook bij officieren van andere wapens zelfs bij hunne eigene collega's
in Nederland.
Wordt hij beloond voor de door hem verrichte civiele dienst? In 't
geheel niet,. Al bestaat er nu nog zoo dikwijls eene bepaling dat officieren
van de Geneeskundige dienst eene toelage genieten voor het verrichten
van civiele diensten, en die bepaling bestaat werkelijk, (Staatsblad No 78
van 1876) toch wordt gezegd: „die bepaling is voor den Paardenarts niet
gemaakt." Habis perkara!
Zou hij die toelage verdienen? Zeker meer dan een officier van Ge
zondheid, die zelfs op plaatsen, waar geene civiele dienst denkbaar is,