b. de contreforts zijn over het algemeen te zwak, waardoor het scheef loopen der schoenen ontstaat en c. de slobkous broeit, omdat de stof te dik is. Bovendien is de slobkous te lang. De schrijver komt echter, niettegenstaande deze alles behalve onbelang rijke gebreken, tot de conclusie, dat zoo deze fouten vermeden hunnen worden hetgeen hij waarschijnlijk schijnt te achten de invoering daarvan voor het leger zeer wensehelijk zoude zijn. Daar ook wij in der tijd, met onze compagnie te velde zijnde, dit schoeisel in beproeving hadden en wij volgens ons oordeel de invoering daarvan niet wensehelijk achtten, zij het ons vergund, ook onze beschouwingen in deze aangelegenheid tegenover die van den geachten schrijver te stellen. Wij zijn liet volmaakt met den schrijver eens, waar hij in punt «zegt, dat de sluiting op de wreef te wenschen overlaatmaar veroorloven ons echter, er het woordje zeer veel bij te voegen. Reeds bij de verstrekking blijkt het onpractische van dit schoeisel. Behalve de enkele gevallen, dat het schoeisel juist past, moet de soldaat, daar er bij dit model van schoeisel geen ander middel bestaat om eene betere aansluiting te verkrijgen (zoo als dit bij de tegenwoordige schoenen door het aanhalen der kleppen geschiedt) al dadelijk beginnen, met de naden los te tornen en den schoen passend te maken. Dit toch is het eenige afdoende middel tegen het kwaad. Ieder zou dus eigenlijk maat schoenen behooren te ontvangen. Punt b. leert ons, dat de soldaat zijne schoenen scheef loopt door de zwakke contreforts. Gaarne geven wij toe, dat dit op de door den schrijver gemelde wijze te verhelpen zoude zijn, maar men moet echter niet vergeten, dat ook het in den regel nooit geheel te verhelpen loszitten van den voet in den schoen tot het scheefloopen het zijne bijdraagt. Bij punt c. gekomen, vragen wij, waartoe dient toch eigenlijk die lange, broeiende slobkousvonnige zak, die al het onaangename en lastige van de slobkous heeft, zonder daarom de zoo zeer gewaardeerde stevigheid en den aangenamen steun aan het vermoeide been te schenkenwant het is immers, zelfs wanneer de soldaat zich de moeite getroost heeft, door het passend maken van den zak volgens het beloop van zijne kuit, dat bij ieder individu nog al zeer verschilt, eene betere aansluiting te krijgen, niet goed mogelijk, door het aanhalen van den veter den gewenschten steun te krijgen Voegen wij er als punt d. bij, dat bij deze schoenen vergeten is, den enkel eenigen steun te verschaffen, dan zal men zich onze mindere ingenomen heid met dit schoeisel wel kunnen verklaren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 106