101
4°. de degradatie
5°. de plaatsing in eene klasse van militairen, aan eene gestrengere
krijgstucht onderworpen.
Art. 5. Do doodstraf wordt aan den veroordeelde, in knielende houding en
geblinddoekt, door een voldoend aantal militairen met den kogel uitgevoerd.
In de gevallen bij de wet bepaald, spreekt do militaire rechter bij het
vonnis vooraf de eerloosverklaring van den scliuldigverklaarde uit.
Die eerloosverklaring heeft dezelfde gevolgen als bij het gemeene recht
aan eene veroordeeling tot de tuchthuisstraf zijn verbonden.
Art. 6. Het lijk van den ter dood gebrachte wordt zonder openbare
plechtigheid begraveu.
Het wordt ter begraving aan de verwanten overgegeven, wanneer deze
zulks verlangen.
Art. 7. Do militaire gevangenisstraf bestaat in opsluiting in eene
militaire strafgevangenis, met verplichting tot arbeid.
Zij wordt opgelegd voor niet minder dan één en voor niet meer dan
vijftien jaren.
Bij veroordeeliug tot militaire gevangenisstraf van vijf jaren of meer
spreekt de rechter bij het vonnis vooraf de in art. 11 vermelde verval
lenverklaring uit.
Bij veroordeeling tot militaire gevangenisstraf van minder dan vijf
jaren spreekt de rechter tevens de in art. 12 vermelde ontzegging uit.
Op de wijze en in de gevallen, bij het gemeene recht ten opzichte van
de corroctioneele gevangenisstraf vastgesteld, kan de rechter bepalen, dat
de militaire gevangenisstraf in eenzame opsluiting zal worden onder
gaan.
De straf wordt alsdan ondergaan in eene der gevangenissen, voor een
zame opsluiting bestemd of ingericht.
Art. 8. De stral van cassatie bestaat in eene verklaring, dat de veroor
deelde is ontslagen uit de militaire dienst, mot of zonder ontzetting van het
recht om ooit weder bij de gewapende macht te dienen of eene betrek
king van militairen geëmploieerde te bekleeden.
Art. 9. Door de cassatie worden alle rechten, aan vorige dienst ontleend
of verbonden, verloren, daaronder begrepen de aanspraak op pensioen.
Wanneer zij gepaard gaat met de in art. 8 vermelde ontzetting, wordt
tevens het recht verloren, om Nederlandsche ridderorden, medailles of
andere onderscheidingsteekenen, voor zooverre deze laatste ter zake van
vorige trouwe dienst zijn verkregen, te dragen.
Art. 10. De straf van militaire detentie bestaat in opsluiting in een huis