ARTIKEL 132 DER RECHTSPLEGING LANDMACHT Is 't bij het samenstellen van den Krijgsraad noodzakelijk, wanneer de beklaagde dan wel reclamant een officier is, dat de leden van een hoog er enalthans van gelijken rang zijn, als welke door den beklaagde of reclamant wordt bekleed? Deze vraag, niet van gewicht ont bloot, is onlangs door het Hoog-Militair-Gerechtshof van Nederlandsch- Indië in ontkenxendex zin beantwoord geworden naar aanleiding van eene reclame door een kapitein gediend, ter behandeling waarvan als leden van den Krijgsraad waren benoemd een majoor, twee ka piteins en nier luitenants. Het Hoog-Militair-Gerechtshof van Nederlandsch-Indië overwoog bij dispositie dd. 10 Juni 1881 het volgende: „dat de wetgever in eene menigte artikelen van de Rechtspleging bij de Landmacht de blijken heeft gegeven van zijne bijzondere zorg voor eene onpartijdige rechtspraak; dat hij niettemin in artikel 182 1 BIJ DE En publiant notre opinion, nous n'avons été guides que par le désir de faire preuve de zèle et de civisme; si peut d'etre utile tant a ceux qui par état doi- vent étudier et connaitre les lois pénales militaires, qu'a ceux qui par devoir ou par goüt pour la science, seront appelés a introduire dans cette branche spéciale de la legislation les ameliorations qu'elle reclame. Chacun, dans sa sphere, doit au pays le fruit de ses observations. Adolphe Bosch. (Etude sur le droit pénal et la discipline militaire)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 12