123
voorwagens en karrenwerd geacht de voorkeur te verdienen. Was
dat niet uitvoerbaar, clan zoude men zich uitsluitend tot karren moe
ten bepalen, hoewel het medevoeren der munitiën op draagbaarden
het groote nut heeft, dat men de vuurmonden, die toevoer van mu
nitiën noodig. hebben, daarvan partieel voorzien kan door eenige
munitiekistjes te ontledigen en de voorwagens te vullen, zonder op
onthoud te veroorzaken. Een kahar grobak kan zonder bezwaar een
laat van 6 pikols 360 KG.) per dag over een afstand van 8 tot
10 palen vervoeren. Voorzichtig is het evenwel, op niet meer dan
200 KG. te rekenen, wanneer de kar door één paard getrokken
wordt. Voor ossen en buffels kan men op het dubbele rekenen.
Met het oog op de bewegelijkheid der colonnes verdienen echter
paarden, die matig trekken, de voorkeur. Het zoude evenwel niet
noodig zijn, uitsluitend karren te bezigen. Ofschoon sedert 1865
voor sommige batterijen eene grootere munitieuitrusting (voorloopig
4, Later 6) noodig was geacht, kon men niettemin het middel vinden
om het munitievervoer op karren zoo veel mogelijk te vermijden.
De aandacht viel op de munitievoorwagens, behoorende bij het voor
malige Neder /and sche zware velclmaterieel van 6'tÈ, model 1827, waarvan
nog een groot aantal aanwezig was. Deze tweeradige voertuigen
wegen onbepakt 478 KG. en kunnen met 60 schoten beladen worden,
waardoor hun gewicht op 800 KG. komt. Eene proef werd
genomen om de belasting dezer voertuigen zoodanig te regelen, dat
aan de noodzakelijke voorwaardenvan voorzichtigheid in verband
met het draagvermogen van het paard werd voldaan. Met den met
60 schoten bepakten voorwagen werd een proefmarsch langs den
gebaanden weg gedaan. De uitslag van dien marsch is geweest,
dat het voertuig bij eene hoogst gemakkelijke en ruime bepakking
aan al de voorwaarden voldoet en langs den grooten weg met het
meeste gemak door 4 paarden is getrokken, zonder dat eenig nadeel
is opgemerkt geworden. Die gunstige uitslag maakte het mogelijk,
in de behoefte aan parkmaterieel zonder eenige moeilijkheid te voor
zien, zoodat bij de samenstelling der parken op die voertuigen werd
gerekend. Ofschoon die voorwagens behooren tot het zware 6 {ter
materieel, konden zij daarbij zeer goed gemist worden, omdat de
daartoe behoorende vuurmonden voor positiegeschut, bij de accessen-
