124 verdediging, bestemd waren en liet in die stellingen volstrekt geen onmisbaar vereischte is, de munitiën in de voorwagens te bergen, daar men in die positiën gedekte munitiemagazijntjes kon oprichten. Het aantal rauseldragers werd aangenomen te zijn voor eene zware veldbatterij 8, voor eene lichte 3 ®or veldbatterij 5 en voor eene bergbatterij 7. Ten aanzien van de organisatie der parken werden, ook betreffende de regeling van het opzicht en het geleide daarvan, gedetailleerde mededeelingen gedaan, die sedert, door eene geheel gewijzigde formatie en bewapening der Artillerie alsmede door andere op den voorgrond getreden plannen omtrent de defensie van Java tegen een buitenlandschen vijand, aanmerkelijk gewijzigd zijn. Het is echter goed te weten, welke moeilijkheden toen ondervonden werden bij de organisatie der parken. Yoor geleiders der munitie- en draag- paarden kwam men 185 personen te kort. Worden de paarden van de bevolking gerequireerd, dan moeten de geleiders ook gerequireerd worden; anders moesten daarvoor Inlanders aangeworven worden. Ook de karren moesten, met de geleiders, uit de verschillende land streken gerequireerd worden. Harnachementen, draagtuigen, munitie kistjes en verdere benoodigdheden waren niet of onvoldoende aanwezig. De geleiders voor ranseldraagpaarden moeten uit het reservepersoneel der batterijen genomen worden. Ten einde aan die 135 personen (stukrijders) te komen, zoude zelfs het aanwerven van zoo veel lnlandsche militairen niet voldoende zijn, omdat zij oefening noodig hebben, alvorens bruikbaar te zijn. Wenschte men voorwagens en karren te gebruiken, dan zoude men in het geheel voor Java alleen noodig hebben 38 voorwagens en 66 karren; alleen karren gebruikende, had men er noodig 121. Draagpaarden zoude men in 't geheel 70 noodig hebben, trekpaarden 266. Van het transport van vivres, kookgereedschappen, enz. is hierbij natuurlijk geene sprake, evenmin als van infanterie- en cavaleriemunitie. De munitie der Infanterie en Cavaleriedie niet door den soldaat of ruiter zelvon medegevoerd werd, zoude de marcheerende troepen onmiddelijk op draagpaarden moeten volgen, terwijl de overige ge confectioneerde munitie ter dienste van de troepen in geschikt ge kozen depots zoude worden opgelegd. Door den voorraad munitie voor het mobiele leger onmiddelijk de verschillende colonnes te laten volgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 135