128
Al kan men op dit oogeublik niet zeggen wat er van den Trein
moet wezen, zoo is liet toch niet ondoenlijk, aan te geven, hoe. het
bij den Trein moet zijn. Wij kunnen niet de quantiteit, maar wel
de qualiteit van den Trein in ruwe trekken bepalen.
Bij het lezen der geschiedenis van ons militair transportwezen zal
men telkens bespeurd hebben, dat men den Trein onder de directie
van de Intendance of Militaire Administratie gesteld wilde hebben.
Waarom eigenlijk? Toch niet op grond van de geschiedenis van den
Trein bij het leger in Nederland na 1813 of van den Train des équi
pages en de Service des convois bij het Fransche leger? Men
zoude wel is waar een beroep kunnen doen op het Britsch-Indische
leger, maar de daarbij en ook gedurende den Atjehschen oorlog-
opgedane ondervinding moet ons veeleer doen overhellen, van den
Trein eene afzonderlijke dienst te maken, onder een eigen chef staan
de, die even als de chefs van het wapen der Artillerie en der
Genie, de chef der Geneeskundige dienst en de Iloofd-Intendant - zich
rechtstreeks tot den Legercommandant verhoudt, zoodat de chef van
den Trein te velde of bij eene expeditie noch de ondergeschikte is
van den chef der Intendance of van den Generalen staf, maar, door
tusschenkomst van dezen laatste, rechtstreeks zijne bevelen van den
bevelhebber ontvangt.
Als wij in het algemeen van Trein spreken, denken wij aan die
dienst, welke te velde belast is met het transport van zieken en ge
wonden, vivres, materialen en infanterie- en cavaleriemunitie. Een
afzonderlijke trein, bekend onder den naam van artillerie-transport
treinmoet echter een onderdeel blijven uitmaken van het wapen der
Artillerie en als zoodanig onder de orders blijven van den chef van
het wapen. De argumenten voor de noodzakelijkheid daarvan be
hoeven hier niet te worden medegedeeld. Met de organisatie ervan
behoeven wij ons hier evenmin in te laten.
De Chef van den Trein moet een actief dienend hoofdofficier zijn,
met den rang van Majoor of Luitenant-Kolonel, te kiezen uit de
wapens der Infanterie, Cavalerie en Artillerie. Ook de tot den Trein
Raadpleeg1 hierover de twaalf laatste jaargangen van liet „Journal des Sciences
militaires" en den „Spectateur militaire."
Zie Temple„India in 1880," jaargang 1881 yan dit tjjdschrift.