129 - behooretide officieren en onderofficieren moeten uit de onbereden en bereden wapens worden genomen, niet daarbij voor eenigen tijd te detacheerenmaar in het belang der dienst want ook voor den Trein wordt veel routine vereischt voor vast geplaatst. Daardoor verkrijgt deze dienst de zoo noodige stabiliteit. De oorlogsformatie van den Trein kan natuurlijk niet reeds in vredestijd geheel aanwezig- zijn; dit zoude het land te veel kosten. Het mindere personeel en het kader moeten eerst in oorlogstijd geheel aangevuld of bijeengebracht worden, maar het officierspersoneel de kern van den Trein moet reeds met een deel van het benoodigde materieel m een klein "edeelte van het kader in vredestijd aanwezig zijn. Hoeveel en welk materieel er aanwezig moet zjju, kan hij alleen zeggen, die weet, hoe het aan te nemen stelsel van defensie zal zijn; maar men kan wel zeggen, dat, zoodra men weet, welk aan te maken materieel voor den Trein vereischt wordt, dit reeds in vredestijd in vol doende hoeveelheid in onze magazijnen moet worden gevonden. Heeft men b. v. eenmaal uitgemaakt, dat het vervoer te velde der infanterie- en cavaleriomunitie op draagpaarden zal geschieden, dan moeten in onze magazijnen munitiekistjes en eompleete draag tuigen in voldoende hoeveelheid worden gevonden. Het vervoer te land kan per as, op een lastdier of door menschen- handen geschieden. Het vervoer langs den spoorweg en waterwegen buiten beschouwing latende, zal men onze zieken en gewonden wel niet anders dan per tandoe, raderbrancard of ziekenkar vervoeren. Karren of wagens per tactische eenheden mede te voeren voor de bagage van een compagnie, eskadron of bataljon, zal, ook met het oog op de terreingesteldheid, dikwerf niet mogelijk zijn. Het transport per draag paard, zal zeker in die gevallen, en op groote afstanden van den vijand marcheerende, de voorkeur verdienen. Voor al, zoo als reeds gezegd is, teu behoeve van de infanterie- en cava- leriemunitie. Langs goed gebaande wegen marcheerende, zijn daar voor ook wagens en karren te gebruiken. Heeft men niet ovei- paar den of ossen en karbouwen in voldoende hoeveelheid te beschikken, dan moet men eerst zijne toevlucht nemen tot bet transport door koelies of dwangarbeidersdaar men met het gebruik van menseken- handen, behalve op grond van sommige der hierboven door den Ge- 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 140