het wensehelijk, dat zij allen bereden zijn. Als men deze eisehen
stelt en waarlijk voor den Trein zijn zij voldoende heeft het
Legerbestuur voor de officieren eene ruime keuze niet alleen, maar
behoeft de Regeering niet alle kapiteins, die voor den majoorsrang
gepasseerd worden, maar overigens nog krachtig en bruikbaar zijn,
te pensioneeren. Ofschoon wij vroeger gezegd hebben, dat de oor
logsformatie der officieren reeds in vredestijd aanwezig moet zijn,
zal dit, bij het uitbreken van een oorlog of bij de voorbereiding van
eene groote expeditie, door verschillende, in vredestijd niet altijd te
voorziene omstandigheden, wellicht niet voldoende wezen. Er zullen
misschien meer officiereu bij den Trein geplaatst moeten worden.
Ook de aanvulling van gesneuvelde, zieke en gewonde officieren
eischt dan voorziening. Met het oog op den toestand, waarin lndic
alsdan, verstoken van hulp uit Nederland en zelf niet in het bezit
van deugdelijke militaire instellingen, ook met opzicht tot de behoor
lijke aanvulling van zijn officierscorps, kan verkeeren, is het zaak,
met onze bij de verschillende wapens dienende officieren zoo zuinig
mogelijk te zijn en voor de diensten bij den Trein zoo veel doenlijk
over gepensioneerde of eervol ontslagen officieren te beschikken.
Om de positie der officieren bij den Trein eenigszins aanlokkelijk
te maken, belmoren zij de zelfde inkomsten te genieten van hunne
ranggenooten bij de Cavalerie.
Het kader dient, behalve voor de administratie, voor toezicht en
handhaving der tucht. Het grootste gedeelte van het kader kan eerst in
oorlogstijd hij den Trein worden overgeplaatst. Aan liet reeds in
vredestijd aanwezige kader zal zoo als hierna zal blijken even
als aan de officieren, een werkkring worden aangewezen, waardoor
het Gouvernement van hunne diensten gebruik maakt, die het anders
toch aan civiele beambten zoude moeten opdragen. Met het oog op
de bestemming van den Trein kan het gros van liet kader uit niet-
Europeanen bestaan, waardoor de aanvulling in oorlogstijd aan veel
minder bezwaren onderhevig zal zijn. Ook voor den omgang met de
Inlandersgeleiders en dragers, is dat beter. Het niet-Europeesche
kader spreekt toch in vele gevallen de taal der geleiders en dragers,
en doet het dat niet, dan kan het zich in de lingua franca, liet
Maleisehtoch altijd veel beter uitdrukken dan liet Europeesche kader.