137
Wij mogen aannemen, dat die voorbereiding tien jaren later tot een
resultaat is gekomen. Deze 2500 piekeniers zijn zeer goed voor
geleiders van pikolpaarden, karren en andere tvveeradige voertuigen
en zelfs als voerlieden van wagens te gebruiken. Ieder Inlander kan
dat loeren en een paard verzorgen. Meer behoeft men ten bate van
het legerd. i. dus, zoo als wij nadrukkelijk zeggen ten bate van
den Trein - niet in oorlogstijd te eischen van al de hulptroepen,
hulpmachten en hulpbenden, die tot steun van het strijdende leger
moeten dienen, met uitzondering van twee benden indien men ze
zoo noemen wil die wij hieronder zullen vermelden. Wij brengen,
door van de hier bedoelde hulp en steun dat bescheiden gebruik te
maken, waarop het leger, blijkens de wettelijke voorschriften, over
eenkomsten of overlevering recht beeft, de rust van het door onze
troepen verlaten gedeelte van Javawanneer het leger zich op Mid
den-Java en achter onze defensieve stellingen concentreert, niet in
gevaar voor de aldaar achterblijvende Europeesche bevolking. De
handhaving der openbare orde en veiligheid wordt er aan de schutterij
en politie opgedragen, tot dat de vijand van dat gedeelte bezit neemt
en alsdan door zijn voorloopig bestuur, volgens de bepalingen van
het krijgsrecht, zelf voor de handhaving van orde en veiligheid moet
en, zoo als zijn belang ook medebrengt, wel zal zorgen.
Wij komen eindelijk aan het personeel der lastdragers en hand
langers bij den Trein. Dat we de theorie van Generaal Van Swieten
volstrekt niet huldigen, dat de mensch niet tot dragen geboren is,
behoeft nauwelijks te worden gezegd. Hij moet zoo véél dragen en
een pikolan is voor hem niet altijd de zwaarste last. Wij zul
len ons dan ook maar niet storen aan 's Generaals kennis der ont
leedkunde van het lichaam der twee- en viervoetige kameraden en
onze tweevoetige lastdragers, al mogen ze méér kosten, als een
hoofdelement van den Trein blijven beschouwen Dat wij, op den
duur, als lastdragers, de meeste diensten en de minste beslomme
ringen van mensch en zullen ondervinden, is zeker. De aanvulling
van paarden gaat b. v. niet zoo gemakkelijk als die van menschen.
Daarbij is het onmogelijk, onvoorwaardelijk te zeggen, fat pikolpaar
den beter zijn dan koelies. Vooreerst is het onjuist, te beweren, dat
Zie: E. De Waal„Onze Indische Financiën", deel II, pag. 8495.