145
Aan hulptroepen telde men op liet oorlogstooneel
op 1 April 1828 6700 man lBiStenbezittin-lb00
Volgens Weitzel telde men onder de 18200 hulptroepen op 1
April 1829 een getal van 7200 met geweren gewapend. Verricht
ten de niet met geweren gewapenden koeliediensten Mag men stel
len, dat de helft der hulptroepen deze diensten hebben verricht?
Dan zoude men, zeer ruw berekend, bij een gemiddeld aantal van
6000 koelies op een gemiddeld aantal van 8000 strijders van het
leger en 6000 strijders der hulptroepen komen of 6000 koelies op
14000 strijders krijgen. Dit zal wel niet zoo zijn geweest. Er
moeten zeker méér dan 6000 koelies of" deze aequivaleerende krach
ten voor de strijdende legermacht op Midden-dura zijn gebruikt.
Gedurende den Padri-oorlog (1819 1838) telde onze legermacht
op 1 Januari 1831736 man 1 "S eb
1 Januari 1832 1460
1 Januari 1834 3340
°-£
S -§
1 Januari 1835 3630 gj© W
1 April 1837 4960 f
Aan hulptroepen telde men
het legioen van Sentot 800 man
Barisan van Soemanap 600 en
Sumatraansche beuden „eenige duizenden", (f) die waarschijn
lijk vaak koeliediensten hebben verricht. Zijn er steeds op eene, ruw be
rekend, aangenomen gemiddelde sterkte van 3000 strijders (waaron
der de barisan en het legioen) 6000 koelies geweest?
De sterkte der expeditie naar de Lampmgsche districten in 1856
bedroeg aan legertoepen 1200. man. Daarbij telde men 200 Bata-
viasche koelies, met kapmes gewapend, die zeer goede diensten ver-
10
Mangkoe Ne-
I geil3630
1 April 1829 13200 waarvan Bevoiking-sba-
1 risau 5400
- 1 November 1829 17500 |w. van nadoe-
f ra Solo en
l Djokdja. 2570
i 5
„Geschiedenis van den oorlog: op Java", uit de nagelaten papieren van Generaal
De Koek.
[f] Zie de bekende werken van De Stuers en Lange en „Het oorlog-voeren op Su
matrajaargang- 1881 van dit tijdschrift en de daarin aangehaalde werken.
