150
zullen wij voor liet eigenlijke transportwezen niet medetellen, omdat
wij niet kunnen nagaan, hoeveel cavalerie- en artillerie- (rijks) bene
vens officierspaarden daaronder begrepen zijn. Hoeveel koelievrach
ten eën kameel kan dragen, weten wij niet stellen wij, dat de ka-
meelen 6000. de ezels, muildieren en hitten te zamen 38000 koelies
en de 44 olifanten elk 12 paarden- of muildieren vrachten dragen
dan wel 1000 koelies vervangen, dan komen wij reeds voor de hier
in rekening gebrachte lastdieren op een aequivaleerend getal van
45000 koeliesNiemand zal beweren, dat deze berekening
overdreven is, vooral niet als hij weet, dat op den 13c" April 1868,
na de verovering van Magdala, bij het transportwezen 41723 last-en
trekdieren in gebruik waren. De drijvers, niet voor lastdragers in
rekening brengende, evenmin als het 1200 man sterke werk
liedencorps of den hier boven bedoelden nasleep als lastdragers van
den Trein beschouwende, maar alleen bij die 45000 koelie-eenheden
nog de 2000 koelies, uit Britsch-Indië medegenomen, voegende,zoo
krijgt men reeds eeu getal van 47000 koelies op 14000 strijders!
De verhouding van legertroepen tot lastdragers kunnen wij dus ge
rust op 31 ruim stellen of daarvoor nemen 41 na de verovering
van Magdala. Dat is wat anders dan verhoudingen als 1 4, 13,
12 of (zeer zelden) 11 als bij onze expeditiën.
Zoo was de verhouding van legertroepen tot lastdragers bij de ex
peditie der Engelschen in 1873 1874 naar Komassi zonder over
drijving op 21 te stellen. Zeker was die verhouding grooter
tijdens den laatste» oorlog der Engelschen met Afganistanmaar wij
bezitten de gegevens niet om een en ander, ook wat betreft de En
gels SWe expeditiën naar Zoeloeland en den Transvaaltoen, behalve
van eenige dragers, hoofdzakelijk van ossenwagens werd gebruik ge
maakt, te specificeeren. Men behoeft slechts de organisatie van het
transportwezen van een paar Engelsche expeditiën te hebben gelezen
Zie „Record of the expedition to Abyssiniauitgegeven door den Britschen
Generalen staf, de Revue des deux mondes van 1868, KoomassieAbyssinië en AtjeJn
eene parallel," inliet dagblad „De Indiër," Nos. 264 266, 1875, en „Het gebruik van
olifanten in den Indischen oorlog", in „De Indiër" van October 1874. De "werkzame
en kundige schrijver van de twee laatste opstellen wijde eens zijne krachten aan de
geschiedenis van het transportwezen voor Atjeh van 18731881!
Zie van dien zelfden schrijver: Koomassie Afjeh",'dagblad „De Indiër, 1874.