- 151 - om te mogen aannemen, dat op 1 strijder 3 lastdragers gerekend, wordt. Zouden wij op zoodanige verhouding kunnen rekenen voor het veld leger op Java hij een oorlog met een huitenlandsehen vijand? Om die vraag te kunnen beantwoorden, zouden wij moeten weten, hoe groot het eigenlijke leger is, dat tegen den huitenlandsehen vijand strijden zal. Afgescheiden van het illusoire en onstaatkundige om voor de verdediging van Java te rekenen op troepen en oorlogsmid delen van do buitenbezittingen, zullen wij voor die verdediging slechts rekenen op hetgeen er op Java aanwezig is. Ten einde geene over dreven eisehen te stellen, nemen we aan, dat het leger op Javadat bij een huitenlandsehen oorlog strijd- of slagvaardig moet zijn, hoog stens 15000 man zal tellen. Zou dan op 3 X 15000 45000 last dragers of koelie-eenheden gerekend moeten worden? Neen. Java zal dan zijne spoorwegen wel bézitten. Er kan dus met minder lastdia- gers worden volstaan. Den duur van den oorlog op hoogstens een jaar stellende en ten einde gedurende dien tijd geen gebrek aan last dragers te hebben, op sterfte, ziekte en desertie rekenende, nemen we aan, dat op 1 strijder voor dien oorlog 2 lastdragers moeten zijn. Yan waar de 30000 koelies te krijgen? Wij moeten hebben: a. trekpaarden, trekossen, karbouwen, wagens, karren, (pedatis en grobaks) hoeveel te requireeren?x koelies b. pikolpaarden en pikolossen, hoeveel te requireeren xt c. voerlieden, voor eiken wagen, kar, grobak en pedati 2 (tevens gerekend op de reserve). 2.x koelies d'. geleiders, voor elk draagdier 2 (tevens gerekend op de reserve)2.x, e. dwangarbeidersna aftrek van de minder valide en zieken, die op Java aanwezig zijn5000 koelies f. gepreste of aangeworven koeliesxs Nu stellen wij x -)- xt -j- x2 -f- 5000 30000 koelies. Hoe grooter x en x, gemaakt kunnen worden, hoe kleiner x2 behoeft te zijn, maar ook hoe grooter 2.x en s.x, zullen worden. Zeker bezit een land van 20000000 zielen als Jam genoeg lastdragers voor een leger van 15000 man; maar de vraag is, hoe krijgt men ze? Vrijwillig of gedwongen, is zeker niet onverschillig, wanneer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 162