166 uitvoeringen, zelfs in de militaire kampementen, zorg gedragen wordt, dat voor hen dranken aanwezig zijn. Deze muziekcorpsen worden staande gehouden door bijdragen van officieren, die nolens volens 1 °/0 van hun maandelijksch inkomen daar voor laten inhoudenofficieren, niet bij de bataljons Infanterie dienende, dragen naar eigen verkiezing iets bij tot instandhouding der muziek op sommige plaatsen draagt de burgerij ook iets bij, omdat zij ook wil medewerken tot instandhouding der muziekcorpsen, die zij niet gaarne zou willen missen bij feestelijke gelegenheden. Het aanschaffen en herstellen van muziekinstrumenten eischt veel geld en zonder de hierboven genoemde bijdragen zouden deze uitgaven niet kunnen bestreden worden. Gaat het Legerbestuur uit van de meening, dat muziekcorpsen noodig zijn, dan behoort er niet gedraald te worden, met het doen van voorstellen om de muziekanten buiten de sterkte der compagniën te doen rekenen en de uitgaven aan de muziek ten laste van den Staat te doen komen. Wanneer elk bataljon of elk corps een muziekcorps bekomt, zullen de kosten der militaire muziek vrij hoog beloopenhet zal o. i. dan ook voldoende zijn, dat sommige garnizoenen gezamenlijk één muziekcorps erlangen. Mochten de cantines vrijdom van belasting bekomen, dan zou men na verloop van tijd kunnen nagaan of zij niet in staat zullen zijn, de kosten dezer corpsen voor hare rekening te nemen. Deze uitgaven zullen zeker tot genoegen van den soldaat besteed en niet nutteloos ver spild zijnwant niemand zal toch ontkennen, dat de muziek den militai ren geest opwekt. De Staat, die dus aan den eenen kant afstand doet van de heffing eener drukkende belasting, zal belangrijke indirecte voordeelen behalen. Wij maken den lezer opmerkzaam, dat wij er ons niet op beroemen, nieuwe denkbeelden te hebben verkondigd. Wellicht zullen anderen dan wij zich herinneren, dat hier of daar in tijdschriften of dagbladen over het verhandelde het zelfde of veel meer nog is gezegd geworden. Wij weten het niet, maar het is ons ook niet te doen om steeds met splinternieuwe denkbeelden te voorschijn te komen, maar wel om datgene, dat wellicht in een hoek verborgen en aan het oog onttrokken is, naar voren te schuiven en daarop in dit tijdschrift de aandacht te vestigen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 177