- 175 Om zijne goede eigenschappen als soldaat kan liet Amboineesch ele ment op zich zelf worden beschouwd. Het is om zijn gehalte en standpunt, dat het onder de Inlanders inneemt, te achten als eene aanvulling van het Éuropeesch gedeelte van het Indische leger. Een goed denkbeeld is het geweest om het in de meeste opzichten (soldij, kleeding, enz.) met Europeanen gelijk te stellen en ofschoon die ge lijkstelling voor een niet gering deel heeft bijgebracht om na verloop van tijd Amboineesche militairen te maken tot wat zij nu zijn, is de uitbreiding van dat element van het grootste gewicht voor het leger. De bestaande bepalingen omtrent de werving van Amboineezen zijn dan ook doelmatig en geschikt om langzamerhand dat element in het leger te brengen op een maximum, waarop men bij de formatie kan rekenen. Gedurende de laatste tien jaren zijn bij het leger aangenomen ge middeld 168 Amboineezen per jaar en hebben de verliezen onder die militairen ongeveer 10 bedragen, zoo als uit onderstaande opgave blijkt Jaar. Sterkte op Januari. "Winsten. Samen. Verliezen Sterkte op ultimo December. 1871 820 95 915 89 826 1872 826 71 897 49 848 1873 848 211 1059 107 952 1874 952 105 1057 161 896 1875 896 193 1089 122 967 1876 967 196 1163 135 1028 1877 1028 227 1255 147 1108 1878 1108 264 1372 114 1258 1879 1258 149 1407 111 1296 1880 1296 168 1464 142 1322 Totalen 1679 11688 1177 10501 Gemiddeld 168 1169 118 1050 tH

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 186