188
Zonder omtrent een dier proeven in bijzonderheden te treden, zij
hier alleen het resultaat vermeld, dat het veldmaterieel, behoudens
eenige weinig ingrijpende veranderingen, in alle opzichten dringend
voor invoering werd aanbevolen en dat dit ook het geval was met
het bergkanon; doch dat men de bergaffuit, uithoofde van het me
nigvuldig achteroverslaan bij het vuren, niet voor invoering geschikt
achtte.
Naar aanleiding vftn dit advies werd in Mei 1880, op voorstel van
Z. E. den Commandant van het leger, door de Indische Regeering
aan het Opperbestuur de uitzending verzocht van het materieel voor
vier veld- en zes bergbatterijen ten behoeve van de Indische veld- en
bergartillerie. Ten aanzien van deze laatste was dus ook gerekend
op eene batterij voor Atjeh en op de mobiele sectiën te Palang,
Fort de Koek en Makassar.
In het bij die aanvraag overgelegd voorstel van den legerbevel
hebber werd omtrent de bergaffuit aangeteekend, dat geen de minste
twijfel bestond of het zou den fabriekant Krupp met de hem ter
dienste staande middelen zeker gelukken, zonder gewichtsvermeer
dering zoodanige wijziging in de constructie van die affuit te brengen
dat het opgemerkte gebrek niet meer zou voorkomen. Desnoods
rnocht daaraan een twintigtal meters aanvankelijke snelheid worden
opgeofferd. Ter voorkoming van tijdverlies werd iti overweging
gegeven, de proeven daaromtrent in Europa te doen nemen door
aldaar met verlof aanwezige Indische artillerie-officieren.
In antwoord op het bovenvermelde verzoek van de Indische Re
geering werd voor korten tijd van den Minister van Koloniën het
bericht ontvangen, dat Z. E. het sluiten van contracten van levering
met den fabriekant en de keuring van het materieel had opgedragen
aan eene commissie, bestaande uit den gepensioneerden Kolonel C.
H. A. Paedt van Oldenharnevelt, oud chef van het wapen der Indi
sche Artillerie, vroeger ook belast met de aanschaffing der proef-
batterijen, en de met verlof in Nederland aanwezige Kapiteins der
Indische Artillerie B. Lamberts en I). Twiss.
Levert de samenstelling dier commissie den meest ernstigen waar
borg op voor de qualiteit van het uit te zenden materieel, de in het
bericht van den Minister uitgedrukte wensch, dat op 1 Januari 1882