193
is het bewijs geleverd, dat liet gemiddeld trefpunt in den voet van liet
doel ligt.
Vallen van 8 schoten 6 voor en 2 achter dan komt dit overeen
met 75% vóór en 25% achter. Er vallen dus 25°/„ meer vóór het
doel dan het geval zou zijn, indien het gemiddeld trefpunt in het
doel lag.
Men heeft nu tabellen samengesteld, waaruit men voor élk
treffers, dat meer dan 50°/0 voor of achter het doel waargenomen
wordt, kan aflezen hoeveel M. het gemiddeld trefpunt vóór of achter
het doel ligt. Dit aantal meters hangt natuurlijk af van de 50%
spreiding, zoodat men om bepaalde getallen te kunnen geven, een
bepaalde 50% spreiding als grondslag heeft moeten nemen. Daartoe
is gekozen de 50°/0 spreiding bij het vuren op 1500 M.
De in de tabel voorkomende getallen gaan dan ook uitsluitend
voor het vuren op dien afstand door en moeten voor eiken
anderen afstand vermenigvuldigd worden met een zekeren coefficient,
zijnde de verhouding tusschen de 50% spreiding op dien afstand
en die op 1500 M. Eene andere kolom in de tabel geeft dan
aan, welke die coëfficiënt voor eiken anderen afstand is.
Leest men nu in die tabellen tevens af met welke vermeerderino-
in dracht één verdeeling van den opzet op dien afstand overeenkomt
dan weet men tevens met hoeveel verdeelingen de gebezigde op-
zethoogte moet worden gecorrigeerd om het gemiddeld trefpunt te
verplaatsen in den voet van het doel.
Bij opzetten als die van ons veldgeschut, waarop alleen de afstan
den zeiven aangegeven zijn en waarbij geene mindere correctie dan
voor 50 passen aangebracht kan worden, behoeft uit het resultaat
der serieschoten alleen te worden afgeleid of eene correctie voor 50
passen meer of minder al of niet wenschelijk is.
Het zal wellicht niet overbodig zijn, het bovenstaande door een
voorbeeld toe te lichten.
Bedienen wij ons daartoe van het volgen de uittreksel van de
spreidingsschaal, bestemd voor het Nederlandsche kanon van 8om
Achterland.
Behalve de daarbij aangegeven verklaring van de beteekenis der
verschillende kolommen, is voorloopig geene verdere toelichting noodig.
13
O
