206 gebruik vau granaatkartetsen met diapliragma grooter moet zijn dan bij onze tegenwoordige projectielen. Eindelijk zij vermeld, dat in Nederland door proeven is uitgemaakt, dat bij gelijk interval de meeste treffers worden verkregen bij betrekkelijk lage springpunten. Gaan wij thans na, hoe gehandeld wordt, indien men, op onbekenden afstand van het doel staande, daarop met granaatkartetsen wil vuren. Men opent het stukkenvuur met granaten, de stukken met opklim mende opzethoogte gericht, en vuurt tot dat men het doel met eene speling van 50 of 100 M. tusschen een te kort en te ver gaand schot heeft gebracht, als wanneer het granaatkartetsvuur geopend wordt op den grootsten afstand, waarmede nog een te kort gaand schot is verkregen. Bij het voorafgaand granaatvuur is men niet aan te enge grenzen gebonden, omdat eene angstvallige regeling van liet springpunt geen dadelijk vereischte is wel verdient het echter, in verband met de groote moeilijkheid om bij het vuren met granaat kartetsen met zekerheid waar te nemen of het springpunt ter gewilder plaatse ligt, aanbeveling om voor het openen van het granaatkartetsvuur nog minstens twee proefschoten te doen met granaten, ten einde niet van één enkel schot afhankelijk te zijn. Had men bijv. gevonden, dat met 1000 pas een schot vóór en met 1050 een schot achter het doel was gekomen, dan zou daaruit zonder verdere proefschoten aanleiding genomen moeten worden, het vuur met granaatkartetsen op 1000 pas te openen. Nu kan zich echter het geval voordoen, dat het te ver gaande schot op 1050 pas toevallig ongeveer de uiterste grens der lengtespreiding op dien afstand heeft bereikt en achter het doel gesprongen is, niettegenstaande dit zich op 1095 pas bevindt; in dat geval zou men dus, rekenende op een normaal interval van 40 M. of 50 pas, thans een springafstand van 145 pas voor het doel hebben verkregen. Had men daarentegen nog twee granaatschoten op 1050 pas gedaan, deze beide als tekort waargenomen en daarna een schot op 1100 pas achter het doel zien springen dan zou het granaatkartetsvuur terstond op 1050 pas geopend zijn geworden. Overgaande tot het granaatkartetsvuur zonder het doen van proefschoten met granaten, zou men geene reden hebben, zich te verwonderendat alle springpunten voor het doel vielen en zou de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 217