207
fout alleen op de straks nader aan te geven wijze ontdekt hebben
kunnen worden.
De correctie van het granaatkartetsschot kan op drie verschillende
wijzen geschieden
1. Door wijziging der opzethoogte alleen, waardoor de springhoogte
gewijzigd wordt, doch de springafstand de zelfde blijft; eene correctie
dus, die kan worden aangebracht om bij het zelfde interval het spring,
punt zoo laag mogelijk te brengen.
2. Door wijziging der tempeering alleenhierdoor worden spring
hoogte en springafstand beide gewijzigd en wel zoodanig, dat bij het
grooter worden van den springafstand, de springhoogte kleiner wordt.
Bij regelmatigen en normalen brandtijd der buizen zal die correctie
zelden voorkomen, daar in dat geval uit eene ongunstige ligging van
het springpunt dient te worden afgeleid, dat men onjuist is ingeschoten.
Blijkt echter uit andere omstandigheden, als bijv. enkele aanslagen
kort voor het doel, dat men wel juist ingeschoten is, dan moet uit
een ongunstigen springafstand geconcludeerd worden tot een abnormalen
brandtijd der buizen en dus alleen de tempeering gewijzigd worden.
3. Overeenkomstige wijziging van opzethoogte en tempeering beide, het
geen paralelle correctie genoemd wordt. Deze correctie wijzigt den spring
afstand zonder noemenswaardige verandering te brengen in de spring
hoogte zij zal dus onder anderen worden toegepast, wanneer spring-
punten achter het doel worden waargenomen.
Heeft men nu door middel van deze correctiën opzethoogte en
tempeering geregeld en vallen de springpunten steeds voor het doel,
dan verdient het aanbeveling, een paar controleschoten te doen met
50 pas paralelle correctie naar voren, dus met 50 pas meerdere op
zethoogte en tempeering voor den 50 pas verderen afstand; krijgt
men daarbij springpunten achter het doel dan mag men daaruit af
leiden, dat men oorspronkelijk goed was ingeschoten en tot het eerste
vuur moet terugkeeren. Yallen de springpunten echter nog vóór
het doel dan geeft men op nieuw vijftig pas paralelle correctie naar
voren, tot dat springpunten achter het doel worden waargenomen,
om vervolgens het vuur met de voorlaatste opzethoogte en tempeering
voort te zetten.
Het is op die wijze, dat men in het boven aangenomen geval, waarbij