212 uitdrukking genoegzaam aantoont, dat het onmogelijk wordt geacht, voorschriften te geven voor alle omstandigheden, welke zich te velde kunnen voordoen, en daarentegen de mogelijkheid erkend wordt, dat wijziging of vervolledigiag der voorschriften noodzakelijk zal blijken. In 1880 werden dan ook in Nederland oefeningen in het vuren op bewegende doelen gehouden, waarbij men niet aan de bovenver melde schietregelen gebonden was en zich ten doel stelde 0111 door toepassing van verschillende methoden tot een juister oordeel te ge raken. Over het algemeen waren de resultaten zeer gering, doch hierbij moet niet uit het oog verloren worden, dat het doel bestond uit een met linnen omspannen cijlinder van latwerk, waarin treffers bijna niet op te merken zijn; zoodat het vuren tegen zoodanig doel natuurlijk veel lastiger is dan dat tegen zich bewegende troepen. Yoor de kennisneming van de verschillende wijzen, waarop ge vuurd werd, en de bezwaren, waarmede men had te kampen, wordt verwezen naar het daaromtrent medegedeelde in den „Militairen Spec tator" N° 9 van 1881; hier zij alleen het resultaat vermeld, waartoe men is gekomen, „dat in dit opzicht nog veel valt te leeren". Toch worden verschillende middelen aangegeven, zoowel om ver gissingen in het bepalen van den afstand te voorkomen, bijv. de eerste sectie steeds ter controle met granaten te doen doorvuren, als om bij niet voldoende bekendheid met den afstand zich toch eenige uit werking te verzekeren door namelijk de drie sectiën elk met ver schillende opzethoogte en tempeering te doen vuren. Ook deelt de schrijver van boven bedoeld opstel mede, dat hij voor zich op grond van de tot nu opgedane ondervinding niet zou aarzelen, te handelen als volgt: „De eerste sectie schiet zich met opklimming van 100 M. door middel van granaatvuur inde vuurmonden der 2e en 3° sec tie worden gericht en de granaatkartetsen getempeerd voor een afstand van 150 M. minder dan waarmede de stukken der le sectie gericht wordengaandeweg volgen de 4 laatste stukken het verloop van het granaatvuur". „Zoodra een granaat achter valt, worden de 4 laatste stukkeu vlug geladen en snel afgevuurd, waarop andermaal de le sectie voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 223