213 korteren afstand granaatvuur opent om de zelfde methode te herhalen". Omtrent deze methode, waartegen in de 11° aflevering van den zelfden jaargang van genoemd tijdschrift reeds eeuige bedenkingen worden gemaakt, zij aangeteekend, dat ze, daargelaten of ze in Europa op den duur de beste zal blijken te zijn, voor ons tegenwoordig zoo wel als voor ons toekomstig veldgeschut onbruikbaar is. Onze zundertjes toch, eenmaal getempeerd zijnde, kunnen niet voor een anderen althans niet voor een langeren afstand getempeerd worden en voor een tempeeren, nadat het granaatschot der 1' sectie achtei het doel gekomen is, ontbreekt, in verband met het inbrengen van het zundertje in de buis en daarna nog het laden, zeker de tijd; terwijl van de buizen der granaatkartetsen van het stalen i .o materieel, al is daarvoor nog geen bepaald model aangenomen, ge rust kan worden gezegd, dat het buizen zullen zijn met een geheel door metaal ingesloten sasring, zoodat altijd een gat geboord zal moeten worden en dus ook daarbij evenmin die vrijheid in het wij zigen der tempeering zal bestaan, welke men in Nederland geniet, waar voor het tempeereu slechts een omdraaien en vastzetten van de tempeerschijf wordt vereischt. "Wellicht doen wij dus voorloopig het best ons te houden aan de door den Majoor Rohne in zijn werk: „Das Schicssen der Feldar- tillerie" voor het vuren tegen zich bewegende doelen in het alge meen aanbevolen methode, van zich in te schieten tegen in de richting der beweging gelegen punten, welke zich zeer scherp af- teekenen en een snelvuur met granaatkartetsen te openen, zoodia de vijand zich ter hoogte van die punten vertoont. "W aar vooi de toepassing van die methode de gelegenheid niet bestaat, kunnen wij de eerst vermelde voorschriften volgen, met dien verstande dat de aldaar aangegeven grenzen voor- het voorafgaand granaatvuur zeker te eng zijn; er moeten namelijk te veel schoten gedaan worden om tot zoo enge grenzen te geraken en in dien tijd is het doel, ten minste indien dit zich eenigszins snel beweegt, reeds buiten de grenzen gekomen. Ook moet men, liever dan den vijand te veel op den voet te volgen, met vrij groote sprongen achterwaarts corrigeeren en dan weer langzaam vu rende afwachten tot de vijand in de strook van de krachtigste uitwerking komthierdoor wordt onrust en gejaagdheid in de eigen batterij vermeden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 224