215 Bij de Duitsche veldartillerie is bepaald, dat het inschieten voor afstanden, op minder dan 1000 M. geschat, geschiedt met opklim mingen voor 100 M. dracht; voor afstanden, geschat tusschen-1000 en 2000 M. met verschillen voor 200 M. en voor afstanden, grooter dan 2000 M. geschat, met verschillen van 400 M. Na het verkrijgen van een te kort en een te ver gaand schot wordt het verschil steeds gehalveerd tot men op 50 M. nauwkeurig ingeschoten is; verdere correctie op 25 M. geschiedt later gedurende het vuren door de sectiecommandanten, in verband met het percentsgewijze aantal spring- punten vóór het doel; de zijdelingsche correctie wordt uitsluitend door de sectiecommandanten geregeld. Gedurende het inschieten wordt elk stuk slechts op de waarschuwing- van den batterijcommandant afgevuurd; na afloop daarvan wordt steeds het stukkenvuur uitgevoerd en slechts bij het vuren met kar tetsen het sectievuur of snelvuur. Bij wijze van uitzondering worden soms batterij- of sectiesalvo 's afgegeven. Bij de Oostenrijksche veldartillerie bestaan omtrent het grens- schieten de zelfde bepalingen als bij de Duitscliealleen wordt bij deze in meters en bij de Oostenrijksche in passen gerekend. De batterijcommandant noemt in zijn commando het doel, den afstand en het projectiel op, bijv. Op de uit het bosch komende infanteriecolonnes2500, met gra naat Laadt. Wanneer nu geladen en gericht is, commandeert hij Lerste stuk waarop de stukscommandant Vuur commandeert. Na de waarneming van het schot, dat bijv. te kort is gegaan, commandeert de batterij commandant Negen en tivintig honderd en na het richten Tweede stukwaarop de stukscommandant weder Vuur commandeert. Daarmede wordt voortgegaan tot de afstand op 50 passen nauwkeurig bepaald is; daarop commandeert de batterijcom- mandant bijv. Zeven en twintighonderd stukken-vuur snelvuur of bat terij vuur) en gaat het commando voor het vuren van elk stuk afzon derlijk op de half-batterijcommandanten over. Bij de Fronsche artillerie rijdt de batterij commandant met een der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 226