216 officieren en een geschikt onderofficier vooruit en bepaalt met behulp van kaarten en afstandnieters den afstand tot het doel en zoo mogelijk tot eenige saillante punten van het voorliggend terrein. Daarop laat hij twee stukken voorwaarts komen en opent daarmede het vuur, bij geschatten afstand van minder dan 2000 M. met eene opzethoogte voor een afstand 100 M. korter dan geschat werd en voor afstanden, boven de 2000 M. geschat, met een 200 M. mindere opzethoogte. Daarna wordt respectievelijk met 200 of met 400 M. opgeklommen en na het verkrijgen van een te kort en te ver gaand schot op de gewone wijze gehalveerd; is op die wijze de afstand tot op 50 M. nauwkeurig bepaald dan rukt het overige gedeelte van de batterij op. Somtijds komen echter ook alle stukken gelijktijdig in batterij en wordt een gedeelte daarvan gericht met opzethoogten, regelmatig op klimmende boven die, welke overeenkomt met den geschatten afstand, terwijl de overige stukken met op gelijke wijze afdalende opzethoogten gericht worden. Bij de Engelsche veldartillerie wordt even als bij de Fransche de afstand eerst zoo goed mogelijk met behulp van afstandmeters bepaald bij de Italiaansche en Russische heeft het inschieten geheel overeen komstig de Duitsche wijze plaats. Zoo als boven reeds werd gezegd, schijnen in de Nederlandsche reglementen geene commando's voor het inschieten voorgeschreven te zijn; toch komt mij het bestaan van reglementaire bepalingen ter zake bepaald noodig voor, zoowel om zekerheid te hebben, dat het inschieten bij alle batterijen op uniforme wijze geschiedt, als om de sectiecommandanten, stukscommandanten en bedieningen met juist heid te doen weten, wat zij op een bepaald commando te doen hebben. In verband daarmede kan hot misschien eenig nut hebben, ten slotte te vermelden, hoe te dezen aanzien bij de onlangs te Batoe-Dja- djar gehouden oefeningen is gehandeld. Moest na het in batterij komen met granaten worden ingeschoten dan werd gecommandeerd Met opvolgende richting van het rechter linkerstuk op passenLaadt terwijl als vaste regel was aangenomen, dat die opklimmiug met 100

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 227