226
meaning afgedwongen, is kwalijk overeen te brengen met de wet en niet
bevorderlijk voor den aan deze verschuldigden eerbied.
3. Er is bovendien nog eene overweging, die eene wijziging van het
strafstelsel voor de landmacht wenschelijk maakt, zoodra men het straf
stelsel voor de zeemacht wijzigt. Tusschen de twee militaire strafwetboeken
bestaat eene nauwe verwantschap. Bij de samenstelling daarvan is men
van het juiste beginsel uitgegaan, dat het militaire recht voor de landmacht
en voor de zeemacht één is, en dat alleen zoodanige afwijkingen wenschelijk
en gerechtvaardigd zijn, welke door het verschil van toestanden onvermij
delijk zijn. Is men al aan dit beginsel niet in alle opzichten getrouw
gebleven, toch is het duidelijk dat de twee militaire strafwetboeken naar
eenzelfde model zijn bewerkt. Het is wenschelijk, die overeenstemming
te behouden en, zoo mogelijk, te versterken, de wijziging van het eene
wetboek met eene, voor zooveel mogelijk, gelijke wijziging van het andere
te doen gepaard gaan. De dringende behoeften aan eene herziening van
het strafstelsel voor de landmacht is trouwens op zich zelve ook algemeen
erkend.
4. Deze overwegingen hebben de Regeering er toe geleid, het in 186S
ingediende ontwerp tot herziening van het militaire recht voor de land
macht weder op te nemen. Bij Koninklijke boodschap van 1 Maart 1868,
voor het eerst, en sedert bij die van 5 October 1868 en 24 September
1869 op nieuw ingediend, bleef dat ontwerp destijds onafgedaan. De
daarin voorgestelde veranderingen vonden op zich zeiven geene bestrijding,
maar ten gevolge van kabinetsverwisseling en naar het schijnt ook van
meer dringende eischen van het oogenblik, geraakte liet op den achter
grond. Het bevatte, buiten eene herziening van het strafstelsel, verschillende
bepalingen, waaraan sinds lang dringende behoefte bestond. Het was
bovendien, met eene geringe omwerking, evenzeer voor de vereischte
wijziging van het Crimineel Wetboek voor het krijgsvolk te water bruikbaar.
In hoofdzaak is het alzoo bij het tegenwoordige ontwerp gevolgd.
Daarbij is echter rekening gehouden zoowel met verschillende destijds op
bijzondere punten gevallen bedenkingen, als met den eenigszins verander
den toestand. Het ontwerp van 1868 toch was bestemd om tevens tot
grondslag van eene evenzeer beoogde herziening van het bijzondere deel
van het militair strafrecht te dienen, was dus niet zoozeer eene partieele
wijziging, maar als het ware de eerste titel van een nieuw militair straf
wetboek. Mocht nu echter de herziening van het gemeene strafrecht tot
stand komen, dan zal de vaststelling van nieuwe militaire strafwetboeken