333
En wanneer zij die moeten provoceeren voor verloren zonen, hoeveel
aangenamer is het hun dan niet, wanneer zij het kunnen en mogen doen
voor oppassende en kundige personen, zoo als er velen zijn? Zouden dus
onze volksvertegenwoordigers voor die overplaatsingen hunne handen
binden bij eene wettelijke regeling' onzer positie? Hebben zij in dit op
zicht voor ons de hoofdzaak niet de zelfde belangen als de vertegen
woordigers van het Uitvoerend gezag en als de Natie zelve? Ach, dat men
minder naief ware
Onze ondervinding van de willekeurige toepassing der bepalingen om
trent die overplaatsingen is, even als die van vele anderen vóór ons, eene
treurige geweest. Wij hebben vooral in de laatste zeven jaren daarvan
proeven gezien, die aan het stoute grenzen. Uit achting en vriendschap
voor kundige en achtenswaardige personen, die er de voordeelen van ge
plukt hebben, zullen wij kieschheidshalve geene namen en voorbeelden
opnoemen; maar men late ons met rust! Zoo niet, dan zullen we
met bewijzen voor den dag komen en zelfs de oorzaak opnoemen van die
stoute afwijkingen der bepalingen. Wij hebben het recht daartoe, omdat wc
voor het algemeen belang van het Indische leger opkomen, dat niet als
eene bende waardgelders of huurlingen mag beschouwd worden, en omdat
wij, even als de schrijver der hier aangekondigde brochure, de nadeelen
van die afwijkingen hebben ondervonden.
Dat de Heer Kleij in die brochure voor zijn recht durft opkomen, zóó
openlijk als hij dat gedaan heeft, is flink van hem! Dat teekent den
man. Indien anderen dat ook gedaan hadden, die in zijn geval hebben
verkeerd, zou wellicht het aantal stoute afwijkingen der bepalingen om
trent de overplaatsingen bij het Indisch officierscorps minder groot zijn
geweest. Dat reeds is eene verbetering, die wij officieren zeiven kunnen
bevorderen, door te doen, wat wij mogen en moeten doen.
„Gehoorzaamheid aan de wetten", is de titel der brochure. Heeft de
Heer 'Kleij daarbij aan het formulier van onzen eed gedacht, waarvan
die woorden het -t-0 gedeelte uitmaken? Zeker wel. Maar zij, die deze
gehoorzaamheid vorderen, moeten zeiven toonen, aan de zelfde wetten ge
hoorzaam te zijn, want anders verliezen zij hun prestige. Zonder prestige
geen gezag. A mesure que l'on désapprend a commander, le subordonné
désapprend a obéir. Elke afwijking der bepalingen, door den Minister
van Koloniën begaan, is voor Indië van verderfelijken invloed. Zien de
grootwaardigheidbekleeders hier, dat het den Minister geen ernst is, die
bepalingen stiptelijk op te volgen, zij zullen daaraan nooit herinnerd wor
den en, de kans schoon ziende van het door den Minister gegeven ante-