S40 van het aan zijn rang verbonden tractement en fouragegeld. Bij Gouver- nements-besluit van 7 Januari 1837, N° 7 werd hem het provisioneel commando van het Algemeen depót opgedragen, met behoud van zijne toen genoten inkomsten. De Luitenant-Kolonel Dn Stuers bleef niet lang in deze betrekking, maar werd bij Gouvernements-besluit dd. 15 Maart d. a. v., N° 7 benoemd tot waarnemend Gouverneur der Moluksche eilanden op het voor die betrekking bepaalde tractement ad 20000'sjaars. Bij Gouvernements-besluit dd. 27 Augustus 1837, N° 1 werd De Stuers bij keuze bevorderd tot Kolonel als belooning voor zijne belangrijke diensten bij en na de schipbreuk van het stoomschip Willem 1 op de rotsen van Lucipara. Ouden van dagen zullen ons deze aandoenlijke ge beurtenis met levendige kleuren kunnen verhalen, die, even als de treffende gevangenneming van Dipo Negoro in de voorgalerij van het residentiehuis te Magelangdoor eene olieverfschilderij, in het bezit van Z. M. den Koning, vereeuwigd is. Bij Gouvernements-besluit dd. 14 Januari 1839, N° 6 werd hij benoemd tot militairen commandant der Moluksche eilanden uit welke betrekking hij bij besluit van 10 November 1841, N° 5 eervol ontslagen werd, omdat hem bij besluit van 12 November d. a. v., N° 7 een tweejarig verlof naar Europa tot herstel van gezondheid moest wor den toegestaan. Na een vijfjarig verblijf in Indië vertrok de Kolonel De Stuers den len Januari 1842 met het schip Menado naar Nederland. De Kolonel De Stuers bleef in Nederland. Bij Koninklijk besluit dd. 4 Maart 1843, N° 12 werd hij benoemd tot waarnemend administrateur der koloniale bestellingen bij het Ministerie van Koloniën, terwijl hij bij Gouvernements-besluit dd. 24 Maart d. a. v., N° 12 zonder in Indië te zijn werd overgeplaatst bij het 5e bataljon Infanterie en eerst bij geheim Gouvernements-besluit dd. 24 Januari 1849, La G. „voor memorie" werd gevoerd. Twee onderscheidingen gewerden hem nog in dien tusschentijd. Bij Koninklijk besluit van 8 Maart 1843, N° 79 werd hem vergunning ver leend tot het aannemen en dragen van het officierskruis der orde van het Legioen van Eer, hem door Z. M. den Koning der Franschen geschonken, en bij Koninklijk besluit dd. 11 Juli d. a. v., N° 38 tot het aannemen en dragen van het ridderkruis der militaire orde van St. Maurits en Sl. Lazarus, hem door Z. M. den Koning van Sardinië geschonken; terwijl hem nog bij Koninklijk besluit van 26 April 1845 het bij besluit van 19 November 1844, No 46 ingesteld onderscheidingsteeken voor langdurige officiersdienst werd toegekend. Bij Koninklijk besluit van 20 April 1849, No 2 werd den Kolonel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 251