341 De Stuers de rang toegekend van Generaal-Majoor titulair en bij Ko ninklijk besluit van 15 September d. a. v. No 69 benoemde Z. M. de Koning hem tot H. D. adjudant in buitengewone dienst. Bij Koninklijk besluit dd. 13 October 1853, No 75 gewerd hem eene eervolle ontheffing van de betrekking van waarnemend administrateur der koloniale bestel lingen bij het Ministerie van Koloniën, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten, daar hij bij Koninklijk besluit van 5 October t. v., No 51 was bevorderd en benoemd tot Luitenant-Generaal, Commandant van het Indische leger. Yoor zijn vertrek herwaarts met den zoogenaamden „overlandweg" op 21 December van dat jaar, werd hij bij Koninklijk besluit van 6 October t. v. benoemd tot Kidder met de star der orde van de Eikenkroon en werd hem bij Koninklijk besluit dd. 1 No vember d. a. v., No 76 vergunning verleend tot het aannemen endragen van het commandeurskruis der orde van het Legioen van Eer, hem door Z. M. den Keizer der Franschen geschonken. De Generaal De Stuers kwam den 21™ Februari 1854 te Batavia aan. Gedurende zijn legercommando werd hij op 6 October 1856 benoemd tot Ridder-Grootkruis der orde van de Eikenkroon en hij Koninklijk be sluit van 4 December van dat jaar, No 46 bevorderd .tot Commandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw. Ruim vier jaren stond de Generaal De Stuers aan het hoofd van het Indische leger, toen hij bij Koninklijk besluit van 9 Juni 1858, No 46 op zijn verzoek en op de meest eervolle wijze, te rekenen van af den len October 1858, uit de militaire dienst werd ontslagen, onder dankbe tuiging voor de langdurige, goede en trouwe diensten, door hem aan den lande bewezen, en met behoud van aanspraak op pensioen, dat hem, ten bedrage van f 3750 'sjaars, bij Koninklijk besluit van 15 October van dat jaar, No 18, in Nederland betaalbaar, toegelegd werd. Wat de Generaal De Stuers voor het leger gedaan heeft, is tot nog toe, als gevolg van de weinige openbaarheid, die aan de handelingen van de meeste Legercommandanten ten deel valt, voor het gros van het leger onbekend gebleven. Zij, die zich zijner nog als legerhoofd herinneren, ge tuigen van hem, dat hij zijne ondergeschikten steeds met die minzaamheid en welwillendheid behandelde, welke men in den man van hooge geboorte en goede opvoeding, in den waren hoveling en deze was Generaal De Stuers in den vollen zin des woords slechts zelden niet aantreft. In de omgeving van zijn waardigen en hooggeschatten schoonvader, den Generaal De Koek, onder wien hij het grootste gedeelte zijner militaire loopbaan rechtstreeks dienen mocht, ontving hij trouwens eene uitmuntende opleiding

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 252