14 -
zoude willen maken, door op liet eigenbelang dier, zich partij stel
lende, officieren te wijzen, dan maakt zij zich aan eene insinuatie
schuldig, die men op haar met het zelfde recht zoude kunnen wer
pen wij spreken hier natuurlijk alleen van officieren der Infanterie
want officieren, die nooit bij dat wapen gediend hebben, moesten
zich, dunkt ons, nooit in het debat mengen. Elk wapen of elke
dienst in het leger heeft zijne eigene toestanden en eigenaardigheden,
die men slechts goed kan leeren kennen, indien men tot de familie
behoort. Een kapitein der Artillerie zoude het van zijn collega der
Infanterie b. v. al zeer verwaand vinden, indien deze in welke
betrekking hij ook geplaatst mocht wezen beweren wilde, de waarde
van kapiteins der Artillerie voor Majoor te kunnen taxeeren! En
wanneer wij nu beweren, dat de Legercommandant bij het doen
beproeven van een kapitein der Infanterie voor den majoorsrang
telkens groot gevaar loopt, jegens dien kapitein eene onbillijkheid te
begaan, dan overdrijven wij niet. Niet in de beproeving zelve of in
hare resultaten, die tot dusverre, wat wel merkwaardig is, voor allen
die beproefd zijn, negatief waren, ligt zoo zeer die onbillijkheid, als
wel in het niet beproeven en toch tot Majoor voordragen van kapiteins,
die niets „wetenschappelijker," dus, 111 dit geval, niets beter dan
de beproefden warenwant ieder kapitein, die in dat geval verkeert
en den dans eener beproeving op het slappe koord der „wetenschap"
ontloopt, is, wanneer hij in waarheid op dat gebied geen beter
acrobaat is dan de andere, ééne onbillijkheid jegens al de beproefde
kapiteins gepleegd. En wie kan onder de tegenwoordige omstandig
heden, op dit oogenblik, in den toestand waarin het leger thans
verkeert, wie mogen het althans, den Legercommandant zeggen, welke
de beste acrobaten bij de Infanterie zijn? Wij zouden zeggen, onder
die omstandigheden, in dien toestand en op dit oogenblik in God's
naam de autoriteiten, die hen voor den majoorsrang hebben ge
schikt geoordeeld, maar geene adviseurs in hoogere instantie, achter
de schermen zittende en zonder verantwoordelijkheid voor hunne door
de paraphe van twee Generaals beschermde adviezen. In teedere
quaestiën van personeelen aard, let wel, als de hier behandelde, is
het in elk geval het voorzichtigst, zich te houden aan het oordeel
van den hoogsten adviseur van het wapen, wanneer men zelf niet tot