345 Europeesche compagniën noodig hebben 6500 Europeanen en bleef er alsdan geen genoegzaam aantal Europeanen beschikbaar voor de depóts en de garnizoensbataljons. Daarom zal aan de helft van de 20 veklbataljons slechts één Europeesche compagnie kunnen worden gegeven. Op grond van het voorgaande kunnen wij dus vaststellen, dat de veldbataljons zullen bestaan 4 uit twee Europeesche en twee Amboineesche compagniën, 6 uit twee Europeesche en twee Inlandsche compagniën, 10 uit één Europeesche compagnie en drie Inlandsche compagniën; samen uit 30 Europeesche8 Amboineesche en 42 Inlandsche com pagniën. Wat het aantal garnizoensbataljons betreft, moet in de eerste plaats elke militaire afdeeling zulk een bataljon hebben voor de bezettingen van de plaatsen, welke, niet door de veldbataljons bezet worden de, om de eene of andere reden eene militaire macht vereischen, ter-wijl het verder aantal afhankelijk is van de noodige bezettingen in de gewesten buiten Java en Sumatra's westkust. Het is niet mogelijk en ook niet noodig, elk dier gewesten een eigen garnizoensbataljon te geven; de garnizoenstroepen van sommige gewesten kunnen zonder bezwaar tot een zelfde bataljon behooren, indien zonder moeite en veel oponthoud gelegenheid bestaat tot schriftelijke behandeling van zaken. In een zelfde gewest, bijv. in de Moluksche eilandenin Borneo enz., zijn dikwijls de posten veel meer aan controle onttrokken dan bij eene vereeniging van bijv. Biouw met Banka zal plaats hebben. Het bijeenvoegen op de hier bedoelde wijze is met het oog op een richtig corpsbeheer te verkiezen boven de splitsing van de garnizoenstroe pen in een aantal zelfstandige eenheden van onbeduidende sterkte. Overigens verwijzen wij naar hetgeen omtrent centralisatie der In fanterie bij de territoriale indeeling is gezegd. Dat compagniën van een wapen, zóó uitgebreid als de Infanterie, zich rechtstreeks tot het Departement van Oorlog verhouden, is eene absurditeit, waarvan de weerga wel bij geen leger te vinden zal zijn. Bij eene vereeniging tot bataljons, als wij hier op het oog hebben, moeten noodwendig die bataljons niet meer de namen dragen van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 266