- 349
den staftamboer en
twee korporaals-werklieden.
De stafhoornblazer is kapelmeester bij de corpsmuziek, met den
graad van sergeant, doch moet ook tot sergeant-majoor kunnen wor
den bevorderd.
De staftamboer is belast met de vorming en leiding der tam
boers en hoornblazershij bekleedt den graad van korporaal, doch
moet na een zeker aantal jaren goede dienst tot sergeant kun
nen worden bevorderd.
Yoor den staffourier moet de gelegenheid voor bevordering blijven
bestaan, even als voor de onderofficieren der compagniën.
Bij de garnizoensbataljons zijn de staven op de zelfde wijze sa
mengesteld, doch het komt ons voor, dat één adjudant-onderofficier
voldoende is, omdat hoogstens twee compagniën op de standplaats
van den staf aanwezig zijn. Yerder hebben deze corpsen geene muziek
en alzoo vervalt de stafhoornblazer.
Bij de gesplitste corpsen, zoowel van de veld- als van de garni
zoensbataljons, behoort een staf bij elk half bataljon.
Die staf is voor de garnizoenstroepen bij beide gedeelten gelijkbij
de veldtroepen bestaat die uit één adjudant-onderofficier, terwijl alleen
het corpsgedeelte, dat onmiddelijk onder de bevelen van den comman
dant van het geheele corps staat, een stafhoornblazer heeft, maar is
overigens op gelijke wijze als bij de niet gesplitste bataljons samen
gesteld.
Do staven moeten geheel uit Europeanen bestaan. Tot staftam
boer en korporaals-werklieden moeten echter ook Amboineezen of
Inlanders kunnen worden in aanmerking gebracht.
Ofschoon, vooral wat Inlanders betreft, niet veel stof zal worden
gevonden voor die betrekkingen, dient de gelegenheid daartoe niettemin
open te blijven; het zal echter niet zoo zeer gebrek aan vakkennis zijn,
welke zal verhinderen om veel gebruik van dien maatregel te maken,
als wel de mindere geschiktheid van Inlanders om eenigszins zelfstandig
op te treden en ondergeschikt personeel te leiden en te vormen.
De rang van de corpscommandanten bij de veldbataljons is Luite
nant-Kolonel of Majoor.
De vier veldbataljons namelijk, die uit Europeanen en Amboi-
17