350 neezen zijn samengesteld, moeteu door Luitenant-Kolonels gecomman deerd worden. Deze vier corpsen komen dan alléén voor splitsing in halve bataljons in aanmerking. De overige 16 veldbataljons moeten worden gecommandeerd door Majoors. De garnizoensbataljons, die 4 compagniën tellen en, bij splitsing in twee gedeelten, de linker helften moeten eveneens door Majoors worden gecommandeerd. Het commando van corpsen, welke meer dan 4 compagniën hebben, moet berusten bij Luitenant-Kolonels. Wegens het gewicht, dat aan die betrekking moet worden gehecht, o. m. voor de leiding en vorming van het kader en voör het ter zijde staan van de corpscommandanten in hunne function van militaire commandanten, moeten de officieren-adjudanten zijn 1° Luitenant. Resumeerende, geven wij het volgend overzicht van de formatie der veld- en garnizoensbataljons. In dit overzicht zijn de officieren, die ten gevolge van territoriale indeeling zullen noodig zijn, niet aangegeven. Yoor zooveel de commandanten der afdeelingen betreft, zullen dezen, met den inspecteur der Infanterie, moeten uitmaken den staf van liet wapenzoo als geschiedt met de inspecteurs en de divisiecommandanten bij het Nederlandsche leger. Het aantal der officieren, dat aan den inspecteur en de com mandanten der afdeelingen moet worden toegevoegd, zoomede de rang van die officieren zouden het onderwerp moeten uitmaken van afzonderlijke beschouwingen. Zoo als bekend is zijn bij de tegenwoordige formatie van den Generalen staf[A. O. N° 92 van 1876] reeds 4 kapiteins van dien staf aangewezen als chefs van staven in de militaire afdeelingen op Java en ter Sumatra''s -westkust. Ten deze zou dus reeds geene verandering noodig zijn, terwijl de luitenantsdie verder aan den staf der In fanterie worden toegevoegd, a la suite van het wapen kunnen worden gevoerd. Sedert 1881 is ook de clief van den staf in liet militair commando van Atjeh en onderhoorif/heden een kapitein van den Generalen staf, aan wien, even als in de 2e militaire afdeeling op Java, een luitenant-adjoint is toegevoegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 271