358
door den garnizoenscommandant zal worden beslist of de vervolging
voor een krijgsraad wenschelijk of noodzakelijk is, dan zullen de
corps- of voorloopige onderzoeken kunnen vervallen en vervangen worden
door een wettig onderzoek, ingesteld onmiddelijh na het plegen of
de ontdekking van eenig misdrijf, als wanneer de getuigen nog onder
den indruk van het gebeurde of van het .waargenomen verkeeren
en de zuiverste verklaringen zullen kunnen afleggen; verklaringen,
door eeden gesterkt en alzoo in rechten geldendedan zullen de
gevallen zeldzamer voorkomen, dat gewichtige getuigen spoorloos ver
dwijnen of onder andere namen ter plaatse aanwezig, door Politie of
Justitie niet te bereiken zijn; dan zullen getuigen zich niet meer
goedschiks kunnen afmaken.van de zaak, door te verklaren, dat zij
geene juiste voorstelling van het gebeurde meer geven kunnen we
gens het lang verledenterwijl last not least den vrienden van den
misdadiger, den kazerneadvocaten, den tijd zal ontnomen worden om
een geheel of ten deele geïmproviseerd verhaal ingang te doen vinden
en daardoor het spoor der misdaad bijster te doen worden.
Wij zijn leeken en zien wellicht veel ongerief over het hoofd, dat
eene wijziging van art. 19 E. L. zoude veroorzaken. Wij geven toe,
dat ten gevolge van de voorgestelde wijziging onder meer ook het
elfde hoofdstuk van den 2den titel (Proces bij vermeende onbevoegd
heid van den rechter) wijziging zal moeten ondergaan, maar wij
achten dit bezwaar niet overwegend, vooral niet, wanneer wij nagaan,
hoe de procedure in reclamezaken geregeld is.
Wellicht vinden wj tjd om later op dat onderwerp terug te komen.
Bj de corps- of voorloopige onderzoeken fungeeren de tolken gratis
of zij blijven geheel achterwege, zoodra officieren-commissarissen de
taal van verdachte en getuigen spreken en verstaan. B j een gerech
telijk onderzoek moet een beëedigde tolk fungeeren. Hoe die functie
wordt verricht, weten wj maar al te goed. In de meeste gevallen
doet de tolk den mond niet open, teekent de processen-verbaal voor
de vertolking endeclareert een niet onaanzienljk bedrag.
Zoo als men zich thans van de tolken bedient, is dit in afwijking van
de voorschriften der Wet. (Zie art. 109 E. L.) De wet wil, dat zij
hun arbeid schriftelijk zullen leveren. Dit is intusschen wij er
kennen het omslachtig, tjdroovend en zeer kostbaar, zoodat men,