361 tredingen en niet naleving van voorschriften en reglementen aan de orde van den dag. Op de kennis van de velddienst valt niet te roemen en het terrein der pionierwerkzaamheden is voor velen een onbe kend terrein. Wij hebben ons niet voorgesteld, in deze regelen de wenschelijk- heid van eene Kaderschool het eenige afdoende middel te betoogem bekwamer pennen dan de onze hebben de behoefte aan zoodanige inrichting reeds overtuigend laten blijken; wij stellen ons slechts voor om, behalve op eenige bijzaken, te wijzen op eene zaak, die bij de vorming en het verkrijgen van goed kader nog al gewicht in de schaal legt. Het kader heeft in de eerste plaats veel theorie noodig. Wil men echter voor deze theorie over een gedeelte van den vrijen tijd van het kader beschikken, dan zou men volgens onze meening onbillijk handelen, omdat de dienst van het kader bij de Infanterie reeds drukkend genoeg is. Er kan echter nog tijd genoeg worden gevonden om het kader beter te instrueeren, zonder het van zijn vrijen tijd te berooven. Hoe dikwijls toch ziet men niet, behalve den daar in het geheel niet bij behoorenden officier, eene kudde kader bij de een of andere corvee eenige uren, die veel beter besteed konden worden, rond slenterende verbeuzelen? Hoe vaak gebeurt het niet, dat men bij eenige instructie ieder man van het kader 3 a 4 soldaten ziet com- mandeeren, terwijl eene onderlinge instructie voor den Luitenant adjudant wellicht veel leerzamer zoude geweest zijn; hoe menigmaal kan men niet korporaals en sergeanten bij eene hun tot vervelens toe bekende compagniestheorie, b. v. over de vernieuwing en het den soldaat competeerende, staande zien slapen, terwijl zij elders in dien tijd misschien vrij wat meer hadden kunnen lecren? Werd al deze en andere vaak met wanhopige moeite te zoek ge brachte of verbeuzelde tijd besteed om het kader, hetzij theoretisch, hetzij practisch te vormen de klachten over het gehalte van het kader zouden wellicht verminderen. Zeker is het, dat het gebruik van zoo weinig mogelijk kader bij alle mogelijke diensten, waar eenig kader gemist kan worden, aanbeveling verdient. De tijd, die in het belang van het kader zelf zoodoende overschiet, kan beter besteed worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 282