geven? Yerklaart dat niet gedeeltelijk de huivering van het Leger bestuur om sommige kapiteins der Infanterie tot den majoorsrang voor te dragen, zonder hen aan die beproeving te doen onderwerpen Maar wijst tevens niet alles aan, wat aan het wapen der Infanterie ontbreekt en hoe daarin behoort te worden voorzien Toch is het lang niet het zelfde, hoe men hoofdofficier wordt. Be proevingen als bij de Infanterie plaats vonden, heeft men bij de an dere wapens nooit, voor zooverre, wij kunnen nagaan, gekend. In dien men kapiteins der Artillerie en Genie, die voor den ma joorsrang niet ongeschikt waren verklaard, aan eene soortgelijke beproeving als bij de Infanterie werd toegepast, had onderworpen, zouden enkelen hunner, trots het aanvankelijk over hen uitgebracht gunstig oordeel van hun chef, toch te licht zijn bevonden voor den hoofdofficiersrang. Men zegge nu niet, dat wij deze bewering niet door bewijzen kunnen staven. Heen, natuurlijk niet, want dergelijke examens het woord hindert ons, maar we kunuen en mogen het niet verbloemen als bij de beproeving der kapiteins van de Infan terie afgenomen werden, kwamen bij de andere wapens tot dusverre nog niet in gebruik, maar nu zou het zeer de vraag zijn, wanneer die examens ook bij do andere wapens werden afgenomen, of alle kapi teins der Artillerie of Genie daaraan zouden voldaan hebben. Onze wetenschap van de examens van artillerie- en genieofficieren voor de voormalige Stafschool te Bredawaarbij over vakken gevraagd werd, die zij, met de infanterie- en cavalerieofficieren gemeen had den en allen voor hun officiersexamen aan de Koninklijke Militaire Academie hadden moeten kennen, zegt ons van neen. Dit geldt echter slechts het wetenschappelijk gedeelte. Maar nu vragen wij of een kapitein der Genie, die tot den hoofdofficiersrang be vorderd werd, onderzocht is of hij, behalve „technisch" en „admi nistratief" voor dien rang geschikt te zijn, het corps Mineurs en Sapeurs kan commandeerenof een kapitein der Artilleriedie altijd op bureaux en in technische betrekkingen is geweest en tot Majoor bevorderd wordt, beproefd is of hij eene divisie bereden Artillerie kan commandeeren, zelfs of hij zich gemakkelijk te paard beweegt? Moet dan niet worden toegestemd, dat de hier bedoelde kapiteins der Infanterie eene leerschool moeten doorloopen, waarvan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 28