OYER DE VUURTACTIEK DER INFANTERIE.
Sedert geruimen tijd is in de militaire litteratuur de bespreking
"van het infanterievuur op groote afstanden het onderwerp van den
dag en wordt des te meer op dat aanbeeld gehamerd, dewijl te
dien aanzien door schrijvers van grooten naam, wij noemen slechts
von Boguslawski en von Horsetzhjzoo zeer uiteenloopende, vaak tegen
strijdige meeningen worden verkondigd.
Door al die verschillende meeningen zijn intusschen de officieren
over het algemeen in hunne denkbeelden dienaangaande eigenlijk
heen en weer geslingerd, nu eens in de veroordeeling van dat vuur
tot op 1800, ja 2000 Meter, dan weder in de verheerlijking van
dat nieuwerwetsche weêr-en aanvalsmiddel.
Toen wij dus in het sedert verschenen N° 534 der „Revue Militaire
de l'étranger" van 1 September 1881 onder het opschrift„Tactiquc
des feux de l'infanterie allemande" te lezen vonden, dat men, na gedane
onderzoekingen bij het Duitsche leger, het omtrent dit gewichtig onder
werp vrij wel eens was geworden, vonden wij reeds alleen daarom
den inhoud van bedoeld artikel belangrijk genoeg om het in dit
tijdschrift nader te bespreken en ten slotte aan te geven, in hoe
verre naar onze meening de Infanterie van het Indische leger van
nabij in deze zaak belang dient te stellen, ook dan wanneer zij tegen
een Inlandschen vijand oorlog voert.
Alvorens het substantieele van het hiervoren bedoeld artikel van
gemeld tijdschrift mede te deelen, achten wij tot recht begrip er van het
niet ondienstig, er kortelijk aan te herinneren, in welke bewoordingen
eenige bekende militaire schrijvers, te dier zake hun gevoelen hebben
laten blijken.
Om met een bekwaam Nederlander te beginnen, den Kapitein der
Infanterie Van Dam van Isseltbeweert deze o. a,, dat de laatste
Russisch-Turksche oorlog voor goed de balans ten gunste der voor-